2KM/MH H3 voltooid deelwoord voorkennis activeren

 Doel: Ik kan een voltooid deelwoord herkennen en goed     
           spellen.
Hoe herken ik een voltooid deelwoord?

Een vd staat vaak achterin de zin
Een vd begint vaak met BE- GE of VER
Een vd is nooit het enige werkwoord in de zin (hebben-zijn- worden)
Een vd is geen PV!!!! 

1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

 Doel: Ik kan een voltooid deelwoord herkennen en goed     
           spellen.
Hoe herken ik een voltooid deelwoord?

Een vd staat vaak achterin de zin
Een vd begint vaak met BE- GE of VER
Een vd is nooit het enige werkwoord in de zin (hebben-zijn- worden)
Een vd is geen PV!!!! 

Slide 1 - Diapositive

Hoe maak je een voltooid deelwoord?
* Je kunt het horen door het voltooid deelwoord langer te    
   maken.(Gebruik de verlengproef bij een t-klank aan het 
   einde) Het heeft 7 euro gekos.... Je hoort koste, dus je 
   schrijft gekost.
Eindigt een voltooid deelwoord op een -n, schrijft het dan 
    zo kort mogelijk               geklommen, gegeten, gezien,   
    uitgevonden.

Slide 2 - Diapositive

Vul in: Vandaag is de herfst ......................... (beginnen)


Slide 3 - Question ouverte

Vul in: Mijn zus heeft vorig jaar als serveerster .................. (werken)

Slide 4 - Question ouverte

Vul in: Dat heeft haar veel fooi ............................... (opleveren)

Slide 5 - Question ouverte

Vul in: Dagenlang hebben zij op het strand .................... (zonnen)

Slide 6 - Question ouverte

Vul in: Vincent is voor zijn examen ................... (slagen)

Slide 7 - Question ouverte

Vul in: De schilder heeft ons huis ................... (verven)

Slide 8 - Question ouverte

Vul in: Vader en dochter hebben altijd samen ................. (vissen)

Slide 9 - Question ouverte

Vul in: Hij heeft gisteren de keuken ..................... (schrobben)

Slide 10 - Question ouverte