Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Instructie voor klaar zitten start les:
Etui
Agenda
Schrift/blaadje (aantek)
Chromebook ingelogd (lessonup) op tafel
Telefoon op stil in je tas
KAUWGOM UIT
timer
2:00
Slide 1 - Diapositive
Periode 2: plant & dier
Slide 2 - Diapositive
Regels
3 A's
Aandacht voor elkaar
Actief meedoen
Als ik praat……
Slide 3 - Diapositive
Lesplanning
Planning volgende week
Korte herhaling vorige les
Theoriekaart 5 & 6
Bouwen!
Opruimen en afsluiten
Slide 4 - Diapositive
planning aankomende lessen
Woensdag volgende week
Theoriekaart 6
Praktijkkaart 2
Vandaag
Theoriekaart 5
Bijenhotel afbouwen
Formatieve toets:
In de les 10/01 /2024
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen behaald?
Na deze les kan je...
de kenmerken benoemen van insectenbloemen en windbloemen.
de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.
Slide 6 - Diapositive
Bij bestuiving komen de stuifmeelkorrels terecht op de..........
Slide 7 - Question ouverte
Wat is dit voor een soort bloem?
A
Mannelijke bloem
B
Vrouwelijke bloem
C
Tweeslachtige bloem
Slide 8 - Quiz
Theoriekaart 5: levenscyclus
Slide 9 - Diapositive
Wat is een cyclus?
Een cyclus is een proces dat zich herhaalt,
het blijft maar doorgaan.
Slide 10 - Diapositive
Levenscyclus
levenscyclus= het leven van een plant en dier verlopen eigenlijk altijd op dezelfde manier
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Levenscyclus
levenscyclus= het leven van een plant en dier verlopen eigenlijk altijd op dezelfde manier
Slide 13 - Diapositive
Levenscyclus
Slide 14 - Diapositive
Dierenleven
timer
4:00
Maak een tekening van een levenscyclus bij de mens.
Slide 15 - Diapositive
Wat is een voedselkringloop?
In een voedselkringloop geven organismen voedsel door.
3 soorten organismen:
1. producenten
2. consumenten
3. reducenten
Slide 16 - Diapositive
Voedselkringloop
De producenten=produceren (maken) voedsel. Denk bijvoorbeeld aan de planten/bomen, je kunt deze producenten eten.
De consumenten = consumeren (gebruiken). Bijvoorbeeld de rupsen die de bladeren van de boom eten.
De reducenten= zorgen dat alle dode planten en dierenresten worden omgezet in voedingstoffen voor planten. Voorbeelden van reducenten zijn schimmels en bacteriën in de grond.
Slide 17 - Diapositive
Bijenhotel bouwen!
Wat: stap 5 (bouwen bijenhotel)
Hoe laat: tot
timer
10:00
Slide 18 - Diapositive
Opruimen!
timer
5:00
Slide 19 - Diapositive
Leerdoelen behaald?
Na deze les kan je...
de kenmerken benoemen van insectenbloemen en windbloemen.
de overeenkomsten in de levenscyclus tussen de planten en dieren benoemen.