Soorten beweging

Herhaling vorige paragraven
5.1.1 Je kunt beschrijven wat snelheid is.
5.1.2 Je kunt de eenheid van snelheid noemen.
5.1.3 Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar
            kilometer per uur en omgekeerd.
5.1.4 Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend
            voorwerp.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Herhaling vorige paragraven
5.1.1 Je kunt beschrijven wat snelheid is.
5.1.2 Je kunt de eenheid van snelheid noemen.
5.1.3 Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar
            kilometer per uur en omgekeerd.
5.1.4 Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend
            voorwerp.

Slide 1 - Diapositive

Herhaling paragraaf 2
5.2.1 Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen.

5.2.2 Je kunt de afstand berekenen als je de tijd en de snelheid
             weet.

5.2.3 Je kunt de tijd berekenen als je de afstand en de snelheid
              weet.

Slide 2 - Diapositive

Soorten beweging H5 Par. 3

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
5.3.1 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een
           versnelde beweging.
5.3.2 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een
            beweging met constante snelheid.
5.3.3 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een
             vertraagde beweging.

Slide 4 - Diapositive

Maak van 5.3 vraag 1 tot en met 12
Vragen? Kijk in de tekst

Klaar?


Beantwoord op papier de drie leerdoelen 
timer
15:00

Slide 5 - Diapositive

Wat is de eenheid van afstand?
A
Geen idee
B
meter
C
Seconde
D
Hoe ver iets is

Slide 7 - Quiz

Wat weet je nog van gemiddelde snelheid?

Slide 8 - Carte mentale

Onthouden
van m/s naar km/h = x 3,6
van km/h naar m/s = : 3,6

Slide 9 - Diapositive

Hoe ver woon jij van school?
En hoe lang ben jij naar school onderweg

Slide 10 - Carte mentale

Wat is jouw gemiddelde snelheid?

Slide 11 - Question ouverte

Leerdoelen: soorten beweging
5.3.1 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een versnelde beweging.
5.3.2 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een beweging met constante snelheid.
5.3.3 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een vertraagde beweging.

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent constant?

Slide 13 - Carte mentale

Constante beweging:
Een beweging waarbij de snelheid niet veranderd.

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent versneld?

Slide 15 - Carte mentale

Versnelde beweging
De snelheid wordt steeds groter
Bijvoorbeeld: Optrekken

Slide 16 - Diapositive

Maak van 5.3 vraag 1 tot en met 4
Klaar? lees alvast het stukje over vertraging
timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Leg in je eigen woorden uit wat een vertraagde beweging is..

Slide 18 - Question ouverte

Een auto rijdt op de snelweg
A
Versneld
B
Constant
C
Vertraagd

Slide 19 - Quiz

Een stoplicht springt op rood. De auto remt
A
Versneld
B
Constant
C
Vertraagd

Slide 20 - Quiz

De auto staat te wachten bij het stoplicht
A
Versneld
B
Constant
C
Vertraagd

Slide 21 - Quiz

Het stoplicht springt op groen
De bestuurder geeft gas
A
Versneld
B
Constant
C
Vertraagd

Slide 22 - Quiz

Leerdoelen
5.3.1 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een
           versnelde beweging.
5.3.2 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een
            beweging met constante snelheid.
5.3.3 Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een
             vertraagde beweging.

Slide 23 - Diapositive

Nakijken?

Slide 24 - Diapositive

einde
einde

Slide 25 - Diapositive