Jagers, boeren en Egyptenaren
1 / 35
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
De periode waarin mensen vooral stenen werktuigen, wapens en andere gebruiksvoorwerpen hadden.
A
Prehistorie
B
Historie
C
Steentijd
D
Jagers en boeren
Slide 3 - Quiz
Omschrijf het begrip 'cultuur'.
Slide 4 - Question ouverte
Cultuur
Natuur
hut
vuistbijl
ketting
wolf
bes
rivier
kano
vis
vruchtbaarheidsbeeldje
mammoet
Slide 5 - Question de remorquage
Omschrijf het begrip 'middel van bestaan'.
Slide 6 - Question ouverte
Noem 2 middelen van bestaan die horen bij de jagers-verzamelaars.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Jagers-verzamelaars, of niet?
A
wel
B
niet
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Akkerbouw is een middel van bestaan.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Irrigatielandbouw maakt een grotere oogst mogelijk.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
Verschillende beroepen, een sociale hiërarchie en een schrift horen bij:
A
landbouwsamenleving
B
landbouw-stedelijke samenleving
C
samenleving van jagers-verzamelaars
Slide 13 - Quiz
Omschrijf het begrip 'ambacht'.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Een kleitablet met spijkerschrift. Hoort dat bij de prehistorie, of niet?
A
wel
B
niet
Slide 16 - Quiz
Welke samenleving hoort bij de historie?
A
landbouwsamenleving
B
samenleving van jagers-verzamelaars
C
landbouw-stedelijke samenleving
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
In wat voor een samenleving leefden de oude Egyptenaren?
A
landbouwsamenleving
B
samenleving van jagers-verzamelaars
C
landbouw-stedelijke samenleving
Slide 19 - Quiz
De oude Egyptenaren maakten gebruik van irrigatielandbouw.
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
De oude Egyptenaren leefden in de prehistorie.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quiz
Omschrijf het begrip 'hiërarchie'.
Slide 22 - Question ouverte
Slide 23 - Diapositive
Wat voor een persoon is dit?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Wat voor een bron is dit?
A
geschreven + direct
B
geschreven + indirect
C
ongeschreven + direct
D
ongeschreven + indirect
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Diapositive
Wat voor een bron is dit?
A
geschreven + direct
B
geschreven + indirect
C
ongeschreven + direct
D
ongeschreven + indirect
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Diapositive
Wat voor een bron is dit?
A
geschreven + direct
B
geschreven + indirect
C
ongeschreven + direct
D
ongeschreven + indirect
Slide 31 - Quiz
Slide 32 - Diapositive
Wat voor een bron is dit?
A
geschreven + direct
B
geschreven + indirect
C
ongeschreven + direct
D
ongeschreven + indirect
Slide 33 - Quiz
Slide 34 - Diapositive
Wat voor een bron is dit?
A
geschreven + direct
B
geschreven + indirect
C
ongeschreven + direct
D
ongeschreven + indirect
