Paragraaf 8.1 - Het werkt

8.1 Het werkt
Vandaag antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe werkt je lichaam?
  • Wat is een orgaanstelsel?
  • Hoe werken orgaanstelsels samen?
  • Hoe komen spieren aan energie?
  • Hoe raakt je lichaam de afvalstoffen kwijt?
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 135 min

Éléments de cette leçon

8.1 Het werkt
Vandaag antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe werkt je lichaam?
  • Wat is een orgaanstelsel?
  • Hoe werken orgaanstelsels samen?
  • Hoe komen spieren aan energie?
  • Hoe raakt je lichaam de afvalstoffen kwijt?

Slide 1 - Diapositive

8.1 Het werkt
Hoe werkt je lichaam?

  • Organen > delen van het lichaam met een bepaalde taak
    - bijv. botten voor stevigheid, spieren voor beweging
    - ieder orgaan heeft een eigen taak
    - meeste organen liggen in je romp (borst- en buikholte)
    - het middenrif (dik vlies) verdeelt de romp (tussen borst- en buikholte)
  • Organen zijn opgebouwd uit weefsels 
    - weefsel > groep cellen met zelfde vorm en functie
    - weefsels zijn opgebouwd uit cellen

Slide 2 - Diapositive

8.1 Het werkt
Cellen

Bestaan uit:
  • Celmembraan > dun vlies aan de buitenkant
  • Celkern > regelt alles wat er in de cel gebeurt
  • Cytoplasma > een dikke vloeistof, waarin de celkern dobbert

Slide 3 - Diapositive

8.1 Het werkt
Wat is een orgaanstelsel?

  • Orgaanstelsel > groep organen die samenwerken aan dezelfde taak

  1. Spierstelsel > beweging mogelijk maken
  2. Verteringsstelsel > maakt voedsel klein, voedingsstoffen kunnen in het bloed worden opgenomen
  3. Ademhalingsstelsel > neemt zuurstof op uit de lucht en geeft koolstofdioxide af
  4. Bloedvatenstelsel > vervoert voedingsstoffen, zuurstof en andere stoffen
  5. Zenuwstelsel > regelt dat alle organen goed werken

Slide 4 - Diapositive

8.1 Het werkt

Slide 5 - Diapositive

8.1 Het werkt
Hoe werken orgaanstelsels samen?

Voorbeeld samenwerking orgaanstelsels bij bewegen:

  • Spierstelsel heeft glucose en zuurstof nodig om
    spieren te laten bewegen!
    - Verteringsstelsel > brengt glucose in bloed
    - Ademhalingsstelsel > brengt zuurstof in bloed
    - Bloedvatenstelsel > vervoert zuurstof en glucose
    naar spieren


Slide 6 - Diapositive

8.1 Het werkt
Hoe komen spieren aan energie?

  • Verbranding > afbreken van glucose met behulp van zuurstof
    - hierdoor komt energie vrij
    - vind in alle cellen plaats
    - glucose is een energierijke stof
    - voor verbranding van glucose is zuurstof nodig
    - afvalstoffen ontstaan > koolstofdioxide en water

Slide 7 - Diapositive

8.1 Het werkt
Hoe raakt je lichaam afvalstoffen kwijt?

Bij verbranding van glucose door zuurstof ontstaan afvalstoffen > koolstofdioxide en water

  • Koolstofdioxide > vanuit het bloed naar de longen,
    daarna uitademen
  • Water > kwijtraken op drie manier:
    - je plast het uit (nieren)
    - je ademt het uit (longen)
    - je zweet het uit (huid)

Slide 8 - Diapositive

Hoe heet het onderdeel waar de meeste organen zich bevinden?
A
Het hoofd
B
De borst
C
De romp
D
De buik

Slide 9 - Quiz

Welk orgaanstelsel hoort de nier bij?
A
Verteringsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Zenuwstelsel
D
Uitscheidingsstelsel

Slide 10 - Quiz

Welke van deze celonderdelen past niet bij een menselijke cel?
A
Celwand
B
Cytoplasma
C
Celmembraan
D
Celkern

Slide 11 - Quiz