2B. Ch3 I Grammar

Please sit down
Put your book and Ipad facedown on your table

Lesson starts when the timer stops!
timer
2:00
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Please sit down
Put your book and Ipad facedown on your table

Lesson starts when the timer stops!
timer
2:00

Slide 1 - Diapositive

Today
- Homework
- Bonuspoint
- Find out the rule
- I Grammar

Lesson goal: you can put a verb in
the present perfect tense

Slide 2 - Diapositive

Homework check
Basis - Do exercise 46 on page 155


Kader - Do exercise 49 on page 155

Study vocabulary G Reading on page 167


Slide 3 - Diapositive

Bonuspoint
Voorwaarden:
o Je gebruikt minimaal 10 woorden uit Theme Words op pagina 166 van je boek
o Je gebruikt minimaal 5 adjectives (bijvoeglijk naamwoorden)
o Je gebruikt minimaal 2 plaatjes
o Zinnen staan in de goede woord volgorde (wie doet wat waar wanneer)
o Je schrijft in volledige zinnen.
o Je geeft antwoord op de vragen die gesteld worden:

Slide 4 - Diapositive

Wat is de correcte woordvolgorde in het Engels?
A
Wanneer doet wie waar wat
B
Waar doet wie wanneer wat
C
Wie doet wat waar wanneer
D
Wat doet wie waar wanneer

Slide 5 - Quiz

Wat is het verleden tijd rijtje van 'zijn'?

Slide 6 - Question ouverte

Find out the rule
Open your book on page 160
  
Basis: Do exercise 56
Kader: Do exercise 58 (use + )

What do you think the rule is?
timer
2:00
K
Je hebt deze link nodig voor de opdracht. Lees de tekst
https://songteksten.net/lyric/5056/98305/adele/hello.html

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Irregular vs regular verbs
Regular verbs zijn werkwoorden die 
- ed krijgen in de verleden tijd. 

Walk - walked 
Call - called

Slide 9 - Diapositive

Irregular vs regular verbs
Irregular verbs veranderen ontzettend en hebben verschillende vormen. 

to make - made - made 
to have - had - had

Slide 10 - Diapositive

Wat heb je nodig?
Bij de present perfect gebruik je altijd eerst een vorm van have:
I have    /    she has

Let's practise!

Slide 11 - Diapositive

have
has
I
they
Sarah
my brother
my friend and I
you
the children
the bird

Slide 12 - Question de remorquage

Daarna:
Bij regular verbs: 
I have walked

Irregular verbs: de derde vorm!
I have had. She has been

Slide 13 - Diapositive

Get to work
Go to page 160 

Basis: Do exercise 56, 57, 58a, 60
Kader:  58, 59, 60ab

Finished? Check your answers
Kahoot?
timer
5:00
56 - lees de tekst en vind de regel
57 - markeer / onderstreep de signaal woorden en de present perfect
58a - kies have of has
60 - kies de juiste vorm. Past simple of present perfect
58 - gebruik je lijst met irregular verbs
59 - zet het ww in de present perfect 
60ab - vul de past simple of present perfect tijd in
Past simple -  in het verleden gebeurt en nu klaar. ww + ed of 2e rijtje
Present perfect - in het verleden gestart en nu nog belangrijk / aan de gang. have/has + ww+ed of 3e rijtje

Slide 14 - Diapositive

How well do you understand today's grammar?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Sondage

She ......... (to live) in Stiens since she was 4 years old.

Slide 16 - Question ouverte

Basis: Do exercise 56, 57, 58a, 60 on page 160 - 162
Kader: 58, 59, 60ab on page 160 - 162

Study vocabulary G Reading on page 167

Slide 17 - Diapositive