Politieke dimensie les 3
1 / 32
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Wat is het verschil tussen conservatief en progressief?
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
Wat wordt er bedoelt met een politieke stroming?
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Welke politieke stroming?
Slide 13 - Question ouverte
Welke politieke stroming?
Slide 14 - Question ouverte
Welke politieke stroming?
Slide 15 - Question ouverte
Welke politieke stroming?
Slide 16 - Question ouverte
Welke politieke stroming?
Slide 17 - Question ouverte
Wat houd een coalitie in?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Waar houd de politiek zich primaire mee bezig?
A
belangen
B
gewone mensen
C
onderhandelen
D
vertrouwen behouden
Slide 21 - Quiz
Hoe heet een vrouwelijke politicus?
A
politicus
B
politici
C
politica
D
politicu
Slide 22 - Quiz
Op welk onderdeel is de overheid actief?
A
nationaal
B
provinciaal
C
gemeentelijk
D
alle genoemde
Slide 23 - Quiz
Wie is de het staatshoofd in Nederland?
A
De koning
B
De minister-president
C
De president
D
De kamervoorzitter
Slide 24 - Quiz
Hoeveel Provinciale Staten zijn er?
A
11
B
12
C
13
D
14
Slide 25 - Quiz
Welke taak heeft een volksvertegenwoordiger?
A
opstellen van wetten
B
recht spreken
C
campagne voeren
D
controleren van de uitvoering
Slide 26 - Quiz
Wie is er aan het hoofd van een constitutionele monarchie?
A
een dictator
B
een president
C
een koning
D
het volk
Slide 27 - Quiz
Wanneer is Prinsjesdag?
A
tweede woensdag van oktober
B
dag na de voorjaarnota
C
dag na Koningsdag
D
derde dinsdag van september
Slide 28 - Quiz
Over wiens daden zijn de ministers verantwoordelijk bij ministeriële verantwoordelijkheid
A
de minister-president
B
het volk
C
de koning
D
de ministers
Slide 29 - Quiz
Wanneer is de grondwet opgesteld
A
1919
B
1848
C
1672
D
1917
