M3LO2 Softbal

M3LO2 Softbal
Week 21
PTA 4
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

M3LO2 Softbal
Week 21
PTA 4

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk vandaag 
Opdracht 1 Softbal / Honkbal 
 
Beantwoord onderstaande vragen in een Word-document, voorzien van plaatjes en illustraties: 
  • Noem de 9 veldposities bij softbal / honkbal. Voeg ook enkele plaatjes toe van deze veldposities. 
  • Noem 5 manieren om een slagman of loper uit te maken. Leg ook uit wat er op dat moment gebeurt. 
  • Wat is een gedwongen loop? Leg deze situatie uit met het voorbeeld, dat honk 1 en honk 3 bezet zijn en er geslagen wordt. 
 

Slide 2 - Diapositive

Wat zijn de 9 veldposities
bij softbal / honkbal?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Noem 5 manieren om een slagman
of loper uit te maken.

Slide 5 - Carte mentale

Wat is een gedwongen loop?

Slide 6 - Question ouverte

Energizer
  • Wij gaan even van onze stoel of bed;

  • Wij gaan even bewegen;

  • Workout voor je buikspieren.........succes!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Basiskennis Softbal
  • Wat hebben jullie de afgelopen jaren geleerd?

  • Wat weten jullie al over softbal?

Slide 10 - Diapositive

Spelregels softbal
  • Via Teams worden de spelregels gestuurd;
  • Jullie krijgen 15 minuten om deze door te lezen;
  • Hierna komen ongeveer 20 vragen over de spelregels van softbal, probeer ze allemaal zo goed mogelijk te beantwoorden.

  • De 15 minuten gaan NU in!
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Hoe heet de veldspeler die de bal vanaf de werpplek naar de slagman gooit?
A
Korte Stop
B
Pitcher
C
Catcher
D
Scheidsrechter

Slide 12 - Quiz

Hoe heet de veldspeler achter de slagman die de bal vangt van de pitcher?
A
Korte stop
B
Scheidsrechter
C
Catcher
D
1e Honkman

Slide 13 - Quiz

Op welke manier gooit de pitcher bij softbal de bal naar de slagman?
A
Bovenhands
B
Onderhands
C
Mag zowel bovenhands als onderhands
D
Rollen

Slide 14 - Quiz

Wanneer is de geworpen bal van de pitcher GOED?
A
Bal wordt boven de schouders gegooid
B
Bal wordt tegen lichaam slagman gegooid
C
Bal wordt over thuisplaat op navelhoogte gegooid
D
Bal wordt naast de thuisplaat gegooid

Slide 15 - Quiz

Slagzone honkbal/softbal

Slide 16 - Diapositive

Hoe heet het, wanneer de bal NIET goed gegooid wordt door de pitcher?
A
Wijd
B
Slag
C
Uit
D
Foutslag

Slide 17 - Quiz

Wat gebeurt er, als de bal vier keer door de pitcher wijd gegooid is?
A
Slagman krijgt een vrije loop naar 1e honk
B
Slagman is uit
C
Slagman mag nog een keer slaan
D
Slagpartij krijgt een punt

Slide 18 - Quiz

Bij hoeveel misgeslagen ballen is de slagman uit?
A
2
B
4
C
1
D
3

Slide 19 - Quiz

Wat gebeurt er met de slagman bij een vangbal?
A
Slagman mag verder op het 1e honk
B
De slagman is uit
C
De slagman mag nog een keer slaan
D
De veldpartij krijgt een punt

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er met de honkloper bij een vangbal?
A
De honkloper is uit
B
De honkloper mag gewoon honklopen
C
De honkloper moet terug naar het honk waar hij begon
D
De honkloper mag automatisch een honk vooruit

Slide 21 - Quiz

Wat is er NIET waar over iemand 'uit' tikken?
A
Iemand uit tikken mag altijd
B
Je mag alleen iemand uit tikken bij een gedwongen loop
C
Iemand uit tikken mag alleen tussen de honken
D
Tikken met de handschoen waar de bal inzit

Slide 22 - Quiz

Wat is NIET waar over iemand 'uit' branden
A
Iemand uitbranden mag alleen bij een gedwongen loop
B
Branden met minimaal één voet op het honk
C
Op het eerste honk mag je altijd branden
D
Iemand uit branden mag altijd

Slide 23 - Quiz

In welke situatie is de bal FOUT geslagen door de slagman?
A
Bal gaat tussen honk 1 en 2
B
Bal gaat tussen honk 2 en 3
C
Bal gaat tussen honk 3 en thuisplaat
D
Bal wordt gemist door de slagman

Slide 24 - Quiz

Wat is een foutslag?

Slide 25 - Diapositive

De honkloper is uit, wanneer hij de honken NIET aanraakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Een honkloper die op het 1e honk begint, heeft een gedwongen loop naar het 2e honk.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 27 - Quiz

De honkloper mag het honk al loslaten, voordat de pitcher de bal loslaat.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 28 - Quiz

Bij een vangbal mag de honkloper gewoon doorlopen naar het volgende honk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz