WEEK 14 1 T en TH herh unité 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1C: volgens plattegrond zitten

aujourd'hui

- les absents

- répétition unité 3

les absents

Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc.

Il/elle s'appelle comment? Il/elle s'appelle ......... Marieke etc.

C'est quel jour aujourd'hui? C'est mercredi, jeudi, vendredi

Tu aimes quelle matière? J'aime les maths/ le français/ etc.

learnbeat

In week 15 staat precies wat je moet kennen en kunnen van unité 3.

Tijdens het leren: pak je boek /kopiëen un 3 erbij!

voca appr 4&6 en 8

Altijd F-N en N-F leren mét de lidwoorden

vertaal:
difficile

vertaal:
tekenen

grammaire 1/ appr 3

Les verbes en -er

Welk werkwoord vervoeg je NIET als een regelmatig werkwoord op -er?

1. habiter
2. manger
3. être
4. regarder

Werkwoorden op -er=
stam+ ...

1. a-as-a-ons-ez-ont
2. e-es-e-ez-ons-ent
3. e-es-e-ons-ez-ent
4. e-es-e-ons-ez-ont

Verbes en -ER

ILS/ELLES

VOUS

NOUS

TU

JE

jouENT

jouEZ

IL

ELLE

jouONS

jouES

jouE

jouE

werkwoorden op - er
Je ... (danser)

1. danse
2. danses
3. dansez
4. dansent

de ontkenning

appr 5 

welke 2 Franse woordjes gebruik je om de ontkenning te maken?

op welke plek in de zin komen de woordjes ne en pas

1. voor en na het onderwerp
2. voor en na het lijdend voorwerp
3. voor en na de persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm in deze zin:
Le cours commence à 11 heures.

1. le cours
2. à 11 heures
3. commence

Maak de zin ontkennend:
je parle français

1. ne je pas parle français
2. je ne parle pas français
3. je parle ne pas français

maak de zin ontkennend:
Le prof est sympa

1. Le prof ne est pas sympa
2. Le prof ne pas sympa
3. Le prof est pas sympa
4. Le prof n'est pas sympa

maak ontkennend, gebruik kleine letters en geen leestekens:
elle travaille bien

Hoeveel ontkenningen zitten er in dit chanson?

1. 7
2. 9
3. 8
4. 10

dernière question....

maak ontkennend, gebruik kleine letters en geen leestekens:
nous sommes en retard

Ik weet wat ik moet kunnen en kennen voor de toets van unité 3.

😒🙁😐🙂😃

Maak de opdrachten in LB

Tijd over? 

Start met leren voor de toets.

les nombres 20-69

uitleg + herhaling