Muziek - Project keyboard

Toetsinstrumenten
Of anders gezegd:
instrumenten met "klavier"
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolvmbo b, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Toetsinstrumenten
Of anders gezegd:
instrumenten met "klavier"

Slide 1 - Diapositive

Het orgel
Dit is het grootste instrument dat bestaat.
Omdat het instrument in kerken gebruikt werd, kon dit zo groot mogelijk gemaakt worden.

Slide 2 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje 1 minuut

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Waarom zou het orgel zo groot gebouwd zijn?
A
De kerken worden door het orgel opgewarmd
B
Het kerkbestuur is een beetje doof
C
Een groot orgel heeft veel verschillende klanken
D
Zo is de kerk vol

Slide 5 - Quiz

Het Hammond-Orgel

Slide 6 - Diapositive

Orgel Vreten, Sven Hammond
Het volgende filmpje toont Nederlandse Hammondspelers.
Deze musici zijn regelmatig op tv te zien en spelen op hun Hammond orgel.       Bekijk dit filmpje helemaal!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hoe wordt het orgel versterkt?
A
Door een snoer
B
Door een draadloze box
C
Door een speciaal apparaat: Leslie

Slide 9 - Quiz

Waarom gingen deze mensen Hammond orgel spelen?
A
Omdat de blokfluit gebroken was
B
Omdat ze het geluid helemaal WAUW vinden
C
Omdat ze het van hun ouders moesten
D
Omdat het kan

Slide 10 - Quiz

Dit orgel is electromechanisch 
Het instrument werd in 1934 voor het eerst gemaakt zodat alle kerken een orgel konden hebben.
Het is klein, goedkoop en heeft veel verschillende geluiden.
Daarom werd het orgel ook in de Jazz en rock bekend.


Slide 11 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje 1 minuut

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Deze muziek is uit 2015.
Is dit een nieuwe stijl in muziek
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quiz

Piano

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje 1 minuut

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Wat is het grootste verschil tussen het orgel en de piano?

Slide 19 - Question ouverte

Binnenkant Piano
In de piano zitten een soort hamertjes

Deze slaan op de 
snaren in de piano

Slide 20 - Diapositive

Binnenkant piano
Het toetsenbord is verbonden
met de hamertjes.
Zo werkt de piano.

Slide 21 - Diapositive

Heeft een piano elektriciteit nodig?
A
Nee, toen de piano werd uitgevonden was er geen elektriciteit
B
Ja, want dan kan je andere klanken maken
C
Ja, anders hoor je niets
D
Nee, dat klinkt niet mooi

Slide 22 - Quiz

Accordeon

Slide 23 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje 1 minuut

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

De accordeon
Het geluid wordt gemaakt doordat een blaasbalg lucht in beweging brengt langs metalen tongen.

blaasbalg           

                      metalen 
                        tongen   

Slide 26 - Diapositive

Wat maakt de accordeon een "HANDIG" instrument?
A
Het is makkelijk te bespelen
B
Je kan er met twee personen op spelen
C
Iedereen heeft er thuis wel een
D
Je neemt het instrument makkelijk mee

Slide 27 - Quiz

                            Keyboard 

Slide 28 - Diapositive

Synthesizer

Slide 29 - Diapositive

Bekijk het volgende filmpje 1 minuut
Let op! In het begin is het even stil.

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Waar wordt de synthesizer veel bij gebruikt?
A
klassieke muziek
B
telefoongeluidjes
C
in films over de toekomst
D
op de wc

Slide 32 - Quiz

                      Klavecimbel

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Wat is er ouder?
de Efteling of klassieke muziek
A
Onbekend
B
Efteling
C
Even oud
D
Klassieke muziek

Slide 35 - Quiz

De toetsen op een piano
De toetsen op een piano zijn logisch verdeeld in octaven
Hieronder zie je alle noten die binnen 1 octaaf vallen.
Binnen 1 octaaf zijn er 7 witte toetsen en 5 zwarte toetsen.

Slide 36 - Diapositive

Toetsen en letters

Slide 37 - Diapositive

Toetsen op het keyboard

Slide 38 - Diapositive

We gebruiken de EERSTE 7 letters van het alfabet.

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Welke letter komt op de plaats van het ?

Slide 41 - Question ouverte

Slide 42 - Diapositive

Welke 2 letters ontbreken
A
E en D
B
C en E
C
G en A
D
F en E

Slide 43 - Quiz

Uit hoeveel letters bestaat de rij tonen ook al weer ?
A
5
B
7
C
3
D
9

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Diapositive

Noem 3 dingen die je deze les geleerd hebt.

Slide 46 - Question ouverte

Stel één vraag over iets wat je nog niet zo goed begrepen hebt.

Slide 47 - Question ouverte