Middeleeuwen 4VWO

MOYEN AGE
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

MOYEN AGE

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Van wanneer tot wanneer waren de Middeleeuwen ongeveer?
A
500-1500
B
600-1600
C
400-1400
D
300-1300

Slide 3 - Quiz

Welke man en welke vrouw zijn de boegbeelden van de Middeleeuwen? Franse namen.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is geen genre in de Middeleeuwen?
A
Romans de chevalerie
B
L'amour courtoise
C
Satire sociale
D
Tragédies

Slide 5 - Quiz

Literatuur werd mondeling overgeleverd en was vaak anoniem. Welke zin is onjuist?
A
De meeste mensen konden niet lezen.
B
Het individu was onbelangrijk in de ME.
C
Rijm was gemakkelijk te onthouden.
D
Heldendaden waren spannend en snel doorverteld.

Slide 6 - Quiz

Wat is een troubadour?

Slide 7 - Question ouverte

Noteer zoveel mogelijk woorden die typerend zijn voor de Middeleeuwen.

Slide 8 - Carte mentale

Van welk boek was Chrétien de Troyes auteur?
A
Perceval ou le Conte du Graal
B
Le Roman de Renart
C
Le Lai de Lanval
D
La Ballade des pendus

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis over hoofse liefde (amour courtois)
A
hulpvaardige liefde
B
lichamelijke liefde
C
onbereikbare liefde
D
onmogelijke liefde

Slide 10 - Quiz

Welk genre is een liefdessprookje ?
A
un conte
B
une ballade
C
un lai
D
une satire

Slide 11 - Quiz

Welk dier staat symbool voor de geestelijkheid in Le Roman de Renart
A
de vos Renart
B
de beer Brun
C
de wolf Ysengrin
D
de das Grimbert

Slide 12 - Quiz

Wat betekenen de woorden oc en oil in langue d'oc en langue d'oil?

Slide 13 - Question ouverte

Wie is geen auteur in de Middeleeuwen?
A
François Villon
B
Chrétien de Troyes
C
Marie de France
D
Rabelais

Slide 14 - Quiz

Hoe heet deze schrijver van La Ballade des pendus?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is geen vormonderdeel van de Ballade des Pendus?
A
3 strofes
B
herhaling laatste versregel iedere strofe
C
envoi (slotstrofe)
D
geen rijmschema

Slide 16 - Quiz

Wat hoort niet in het rijtje genre thuis?
A
drama
B
proza
C
poezië
D
chansons

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo