ijs, water en waterdamp (vragen)

Vragen bij het onderwerp: 
ijs, water en waterdamp.
Neem de lessonUp met de theorie heel goed door.

Denk rustig na bij het beantwoorden. 

Het is geen wedstrijd!


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScienceMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vragen bij het onderwerp: 
ijs, water en waterdamp.
Neem de lessonUp met de theorie heel goed door.

Denk rustig na bij het beantwoorden. 

Het is geen wedstrijd!


Slide 1 - Diapositive

1. Regen heeft welke fase?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
kneedbaar

Slide 2 - Quiz

2. Sneeuw heeft welke fase?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
kristal

Slide 3 - Quiz

3. Hagel heeft welke fase?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Chocolade

Slide 4 - Quiz

4. Mist heeft welke fase?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
kristal

Slide 5 - Quiz

5. Rijp heeft welke fase?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
kristal

Slide 6 - Quiz

6. De moleculen van een vaste stof bewegen volgens het deeltjesmodel.................?
A
Op hun eigen plek trillen ze een beetje heen en weer.
B
Alle kanten op, niet op hun eigen plaats, maar wel dicht bij andere (dezelfde) moleculen.
C
Alle kanten op, niet op hun eigen plaats en houden ook geen rekening met andere moleculen.
D
Niet.

Slide 7 - Quiz

7. De moleculen van een vloeistof bewegen volgens het deeltjesmodel.................?
A
Op hun eigen plek trillen ze een beetje heen en weer.
B
Alle kanten op, niet op hun eigen plaats, maar wel dicht bij andere (dezelfde) moleculen.
C
Alle kanten op, niet op hun eigen plaats en houden ook geen rekening met andere moleculen.
D
Niet.

Slide 8 - Quiz

8. De moleculen van een gas bewegen volgens het deeltjesmodel.................?
A
Op hun eigen plek trillen ze een beetje heen en weer.
B
Alle kanten op, niet op hun eigen plaats, maar wel dicht bij andere (dezelfde) moleculen.
C
Alle kanten op, niet op hun eigen plaats en houden ook geen rekening met andere moleculen.
D
Niet.

Slide 9 - Quiz

9. Een waterdruppel heeft geen vaste vorm, maar wel een vast volume. Geef hiervoor een verklaring met behulp van het deeltjesmodel.

Slide 10 - Question ouverte

Toepassing
Kijk goed naar de foto.
Vooral naar A & B.
Vragen 10, 11 en 12 gaan over deze foto.

Slide 11 - Diapositive

10. Welke fase is het water bij A?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Welk water?

Slide 12 - Quiz

11. Welke fase is het water bij B?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
D
Welk water?

Slide 13 - Quiz

12. Hete waterdamp wordt ook wel stoom genoemd. Waar is het water stoom?
A
Bij A, immers waterdamp is gasvormig en zie je niet.
B
Bij B, waterdamp is wit en kun je zien als een wolk
C
Bij A, Stoom is vast dus zie je niet.
D
Bij B, Stoom is heel heet dus zie je het als rook.

Slide 14 - Quiz

13. Mist bestaat uit hele kleine druppeltjes vloeibaar water. Hoe merk je dit als je door dichte mist loopt of fietst?

Slide 15 - Question ouverte

14. wat is de temperatuur in Kelvin als de temperatuur 48 graden Celsius is
A
273 K
B
321 K
C
225 K
D
356 K

Slide 16 - Quiz

15. Wat is de temperatuur in graden Celsius als de gegeven temperatuur 456 K bedraagt?
A
183 graden Celsius
B
283 graden Celsius
C
45 graden Celsius
D
335 graden Celsius

Slide 17 - Quiz

16. Wat is de temperatuur van 100 graden celsius in Kelvin?
A
275 K
B
273 K
C
271 K
D
277 K

Slide 18 - Quiz

17. Wat is de temperatuur in graden celsius als ik 300 graden Kelvin aflees?
A
27 graden Celsius
B
127 graden Celsius
C
200 graden Celsius
D
23 graden Celsius

Slide 19 - Quiz