Paragraaf 2
1 / 24
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Sleep de plaatbewegingen onder de afbeelding die daarbij hoort.
Convergerende plaatbeweging,
plooiingsgebergte
Convergerende plaatbeweging, subductie
Transforme plaatbeweging
Divergerende plaatbeweging
Slide 3 - Question de remorquage
Sleep de juiste plaatbeweging bij de juiste plek.
Subductiezone
Convergerend
Divergerend
Transform
Slide 4 - Question de remorquage
Sleep het gevolg(en) naar de juiste plaatbeweging.
Slide 5 - Question de remorquage
San Andreasbreuk
Noord Amerika
convergent - Subductie van een oceanische en een continentale plaat
Convergent -
Continentale collisie
Divergente plaatbeweging
Transforme plaatbeweging
Andes vulkanengordel Zuid Amerika
Alpen
Europa
Rode Zee
Afrika - Azië
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Diapositive
Tsunami
Trog
zeebeving
Slide 8 - Question de remorquage
Een tsunami kan alleen ontstaan bij een langzaam oplopende kustlijn.
In welke van de drie afbeeldingen hiernaast kan een tsunami ontstaan?
Sleep het woord 'tsunami' naar de juiste afbeelding.
TSUNAMI
Slide 9 - Question de remorquage
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
timer
0:45
Transforme plaatweging
Divergente plaatgrens
Subductie
Epicentrum
Seismogram
Zware aardbeving
Het punt aan het aardoppervlak boven het hypocentrum
7.0 op de schaal van Richter
Trog
Registratie aardbevingen
Nieuwe oceaanbodem
Aardplaten bewegen langs elkaar
Slide 15 - Question de remorquage
Hypocentrum
Epicentrum
Slide 16 - Question de remorquage
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Zet de schaalniveaus in de goede volgorde
lokaal
regionaal
mondiaal
continentaal
nationaal
Slide 19 - Question de remorquage
Door klimaatverandering ontstaat wateroverlast op drie verschillende schaalniveaus.
Welke schaalniveaus horen bij welke gevolg?
Schaal van deel van een continent
Wereldschaal
Plaatselijk
De zeespiegel stijgt door het afsmelten van poolijs en het uitzetten van zeewater.
Door langere droogtes en perioden met veel neerslag verandert het regiem van rivieren.
Door het meer heftige onweersbuien bij warm weer staan straten vaker onder water.
Slide 20 - Question de remorquage
Kracht van de aardbeving op schaal van Richter
3-4 Lichte aardbeving
5-6 vrij krachtige aardbeving
7-8 zware aardbeving
Slide 21 - Question de remorquage
Weinig risico op aardbevingen
Weinig risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Veel risico op aardbevingen
Slide 22 - Question de remorquage
Convergentie
Divergentie
Transforme breuk
Zware aardbeving
Zware aardbeving
Lichte aardbeving
Slide 23 - Question de remorquage
De kracht van een aardbeving wordt weergegeven met de schaal van
Een aardbeving van 6 op deze schaal is keer zo zwaar als een beving van 5 en keer zo zwaar als een beving van 4.
Sleep de woorden naar de juiste plek in de zin
........................
..............
..............
Richter
Mercalli
10
1
2
100
