W5 - Formuleren

Lessen formuleerfouten
Vaste opbouw:
  1. Huiswerk nakijken
  2. Nieuwe theorie bekijken
  3. Zelf oefenen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Lessen formuleerfouten
Vaste opbouw:
  1. Huiswerk nakijken
  2. Nieuwe theorie bekijken
  3. Zelf oefenen

Slide 1 - Diapositive

Overzicht vorig schooljaar
1 Dubbelop
2 Fouten met verwijswoorden
3 Incongruentie
4 Dat/als-constructie
5 Foutieve samentrekking
6 Foutieve beknopte bijzin
7 Zinnen onjuist begrenzen
8 Onjuiste inversie 
9 Geen symmetrie

Slide 2 - Diapositive

Overzicht
  1. Woordgebruik
  2. Zinsbouw
  3. Uitdrukkingen
  4. Beeldspraak
  5. Stijlfiguren

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Woordgebruik
  1. Gebruik geen lange woorden
  2. Schrijf geen 'moeilijke woorden' over uit je bronnen
  3. Schrijf alleen afkortingen die je als woord uitspreekt als afkorting
  4. Vermijd deftige of formele woorden
  5. Varieer in woordkeuze

Slide 5 - Diapositive

Overzicht
  1. Woordgebruik
  2. Zinsbouw
  3. Uitdrukkingen
  4. Beeldspraak
  5. Stijlfiguren

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Zinsbouw
  1. Varieer in zinsbouw (niet steeds O - PV - andere)
  2. Varieer in zinslengte en enkelvoudig/samengesteld
  3. Zet woorden en zinsdelen die bij elkaar horen zo dicht mogelijk bij elkaar
  4. Gebruik zo veel mogelijk actieve zinnen (bedrijvende vorm)
  5. Gebruik geen naamwoordstijl
  6. Zorg voor duidelijke verbanden

Slide 8 - Diapositive

Overzicht
  1. Woordgebruik
  2. Zinsbouw
  3. Uitdrukkingen
  4. Beeldspraak
  5. Stijlfiguren

Slide 9 - Diapositive

Uitdrukkingen


Spreekwoord, uitdrukking en gezegde?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Uitdrukkingen


Woordparen

Slide 12 - Diapositive

Overzicht
  1. Woordgebruik
  2. Zinsbouw
  3. Uitdrukkingen
  4. Beeldspraak
  5. Stijlfiguren

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Beeldspraak
  1. Vergelijking
  2. Asyndetische vergelijking
  3. Metafoor
  4. Personificatie
  5. Synesthesie
  6. Metonymia

Slide 15 - Diapositive

Overzicht
  1. Woordgebruik
  2. Zinsbouw
  3. Uitdrukkingen
  4. Beeldspraak
  5. Stijlfiguren

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Stijlfiguren
  1. Je wilt iets 'lichter' of 'zwaarder' uitdrukken
  2. Je wilt bepaalde woorden extra nadruk geven
  3. Je wilt de lezer aan het denken zetten
  4. Je wilt een grappig effect bereiken
  5. Je wilt een belezen (geleerde) indruk maken

Slide 18 - Diapositive