Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
doemiddag frans
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent 'Bonjour'?
A
Bedankt
B
Tot ziens
C
Goedendag
D
Welkom
Slide 2 - Quiz
Wat betekent 'Comment ça va'?
A
Hoe heet je?
B
Hoe gaat het?
C
Wat doe je?
Slide 3 - Quiz
timer
2:00
Groeten
Bonjour! Salut!
Au revoir!
Loop door de klas en voer een gesprekje – en français – met zoveel mogelijk mensen. Groet elkaar en stel jezelf voor. Gebruik de zinnen die op het bord staan.😎
Slide 4 - Diapositive
Hoeveel Franse woorden ken jij al?
Slide 5 - Diapositive
Als je jarig bent, dan krijg je een ...
Slide 6 - Question ouverte
Je huiswerk maak je in je kamer aan je ...
Slide 7 - Question ouverte
De bestuurder van een bus noem je een ...
Slide 8 - Question ouverte
Uiteten doe je in een ...
Slide 9 - Question ouverte
Het sap van een sinaasappel noem je ...
Slide 10 - Question ouverte
Met een lift kun je naar de bovenste ...
Slide 11 - Question ouverte
Als je op reis gaat heten je spullen je ...
Slide 12 - Question ouverte
(Iemand) zwaar onder druk zetten heet ook wel ...
Slide 13 - Question ouverte
Een lekker luchtje noem je ook wel een ...
Slide 14 - Question ouverte
Een Frans stokbrood is een ...
Slide 15 - Question ouverte
Een toneelspeler noem je ook wel een ...
Slide 16 - Question ouverte
In de trein controleert de ...
Slide 17 - Question ouverte
Bedankt is ...
Slide 18 - Question ouverte
Aan de slag
In de woordzoeker staan allerlei Franse leenwoorden die we in het Nederlands gebruiken. Maak de woordzoeker. Je mag je buurman/-vrouw helpen :).