Les Heures

c'est vendredi 10 avril
Planning: 

1- korte quiz over woordenschat 
2- cijfers tot 20 herhalen 
3- kloktijden in het frans 

1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

c'est vendredi 10 avril
Planning: 

1- korte quiz over woordenschat 
2- cijfers tot 20 herhalen 
3- kloktijden in het frans 

Slide 1 - Diapositive

eind van deze les kun je : 

- de cijfers 0t/m 20 in het frans herkennen en benoemen in het frans 

Slide 2 - Diapositive

c'est vendredi 10 avril     
Planning: 

1- korte quiz over woordenschat 
2- cijfers tot 1000 
3- leesvaardigheid 

Slide 3 - Diapositive

leerdoelen   : 
- Je herkent Franse woorden die te maken hebben met winkelen.
- je herkent en benoemt cijfers van 0 tot 1000  
- Je weet welke strategieën je kunt gebruiken bij leesvaardigheid .
- Je kunt Franse tekst begrijpen die te maken hebben met het onderwerp winkelen 

Slide 4 - Diapositive

Les chiffres 1 jusq'à 20

1-10: Un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf, dix

10-16: Onze, douze, treize, quatorze, quinze, seize

17-20: Dix-sept,    dix-huit,    dix-neuf,    vingt

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Les chiffres

Slide 7 - Diapositive

Les chiffres 100-1000
Dit lijkt moeilijk, maar het is eigenlijk heel makkelijk. Na 100 begin je gewoon opnieuw te tellen:
100 = cent
101 = cent-un
112 = cent-douze
119 = cent-dix-neuf
143 = cent-quarante-trois
200 = deux-cent

207 = deux-cent-sept
400 = quatre-cent
768 = sept-cent-soixante-huit
822 = huit-cent-vingt-deux

1000 = mille

Slide 8 - Diapositive


Doel: Ik ken de kloktijden in het Frans


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

les heures
Quelle heure est-il?

Il est ...


Tip!-> kijk op p. 106

Slide 11 - Diapositive

Les heures -
il est une heure 
il est deux heure
il est trois heure
etc.


Slide 12 - Diapositive

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 13 - Diapositive

Les heures - half

il est une heure  et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 14 - Diapositive

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 15 - Diapositive

Les heures.
Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.
Twaalf uur 's middags = midi
Twaalf uur 's nachts = minuit
Kwart over ... = Il est ... heures et quart
Half ... = Il est ... heures et demie
Kwart voor ... = Il est ... heures moins le quart

Slide 16 - Diapositive

Noteer 6 Franse woorden
die met de klok
te maken hebben

Slide 17 - Carte mentale

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 18 - Quiz

Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 19 - Quiz

Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 20 - Quiz

Il est trois heures moins le quart.
A
Het is kwart voor drie.
B
Het is half 4.
C
Het is 15 over half 3.
D
Het is tien over half 4.

Slide 21 - Quiz

Vertaal de kloktijd in het Frans:
Het is 15.00 uur

Slide 22 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Frans:
Het is 19.30 uur.

Slide 23 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over vijf

Slide 24 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over 12 's middags

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Frans:
15 over 7 ('s morgens)

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
minuit moins le quart

Slide 27 - Question ouverte

Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures dix
B
sept heures moins cinq
C
sept heures vingt
D
sept heures

Slide 28 - Quiz

Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.

Slide 29 - Quiz

Hoe laat begint de grote pauze?
Geef antwoord in het Frans.

Slide 30 - Question ouverte

Hoe laat is (in het normale rooster) het
zevende uur afgelopen? (in het Frans)

Slide 31 - Question ouverte

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
deux heures moins dix
deux heures vingt
deux heures moins le quart
deux heures et demie
deux heures cinq

Slide 32 - Question de remorquage

Au travail!
Faire ex 12  du chapitre 3


Slide 33 - Diapositive