Week 13 - Les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Bonjour tout le monde

Le planning

• Taaldorp - chez le médecin
• Quiz - le médecin
• Spreekopdrachtje in tweetallen

Le but d'aujourd'hui

• Je kunt jezelf voorstellen in het Frans (naam, leeftijd, woonplaats)
  
• Je kunt pijnklachten beschrijven (als rol van patiënt).
• Je kunt medische adviezen geven (als rol van dokter).
• Je kent een aantal lichaamsdelen.

Quiz - le médecin

Hoe vertaal je?: "Ik ben verbrand:

1. Je suis tombé.
2. Je suis brûlé.
3. J'ai une brûlure
4. J'ai une pommade

la tête

l'oreille

la bouche

l'épaule

la main

les doigts

le bras

le ventre

la jambe

le pied

les doigts de pied

le genou

les fesses

la gorge

l'oeil/ les yeux

le nez

le dos

Jij bent de patiënt.

--> Vertel dat je graag een afspraak bij de dokter wil.

Zoek een plaatje op internet die past bij de volgende zin:

"J'ai de la fièvre."

Verzin een zin bij dit plaatje:

00:43

Quel est le problème de Sarah?

1. Elle n'est pas malade.
2. Elle a mal au dos.
3. Elle a mal au nez.
4. Elle vomit beaucoup.

02:01

Wat voor diagnose doet de dokter?
Vul aan: Sarah heeft .......

01:12

Waarom is Sarah het zat?
(J'en ai marre")

Parler à deux

Voer een dialoog met je klasgenootje, een van jullie is de dokter, de ander de patiënt.

De volgende dingen moeten aan bod komen:

- De gewoonlijke dingen, groeten, voorstellen, etc.

- patiënt: vertel waar je pijn hebt en waarom

- dokter: doet een onderzoek, stelt een diagnose en geeft iets helpends.