samenvatting les medicatie

1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
MedicatieMBOStudiejaar 2,4

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat
weten jullie over de wetgeving
t.a.v medicatie?

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Wat zou het doel zijn van de wet Big?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Is moeder strafbaar voor de wet BIG?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Blaasspoelen een voorbehouden handeling?
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Wat is het doel van MIC/MIP
procedure?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive


A
vult een mic/mip formulier in
B
dient een klacht in bij de klachtencommissie van de instelling
C
dient een klacht in bij het kantongerecht

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Welke medicatie heeft een preventieve werking?
A
DKTP
B
Cytostatica
C
Insuline

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

contra indicatie voor een bepaald medicijn betekent dat..
A
je het medicijn wel mag hebben
B
dat je het medicijn niet mag hebben

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

een zorgvrager krijgt capsules. Hij heeft eem maagsonde. Het lukt hem niet om de capsule door te slikken. Wat mag je doen?
A
je dient de capsule via de sonde toe
B
je opent de capsule en dient de inhoud toe via de sonde
C
je vraagt de arts naar een andere vorm van het medicijn

Slide 40 - Quiz

Je hebt breedspectrum antibiotica. Wat houdt dit in?
A
dat je altijd de kuur af moet maken
B
bestrijdt bacterien in het algemeen
C
een voorbeeld van antibiotica tegen b.v blaasontsteking

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Medicatie via de longen is dat een..........
pulmonale toedieningswijze?

A
nee, een enterale toedieningswijze
B
ja, pulmonaal betekent dat het via de longen gaat.
C
nee, het is een transdermale toedieningswijze

Slide 44 - Quiz

Slide 45 - Diapositive

een geneesmiddel heeft een kleine therapeutische bandbreedte
A
Bij een hogere dosis ontstaat gauw een toxische spiegel therapeutische bandbreedte
B
Bij een hogere dosis ontstaat niet gauw een toxische spiegel
C
Je hebt steeds meer van het medicijn nodig

Slide 46 - Quiz

Slide 47 - Diapositive

Welke stof bevat valium
A
ibuprofen
B
diazepam
C
acetylsalycylzuur

Slide 48 - Quiz

Slide 49 - Diapositive