Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Industriële revolutie
Op tafel:
=> IPAD DICHT
=> PEN
=> SCHRIFT
VOOR AANTEKENINGEN
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Deze Les:
De Industriële revolutie
bespreken inhoud van de les
aantekeningen
filmpje
aantekeningen
quiz vragen
zelfstandig aan de slag
Slide 3 - Diapositive
Burgers en stoommachines
De Industriële revolutie
Slide 4 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Industriële Revolutie begon
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Leervragen
1. Ik kan uitleggen wat het belang van de stoommachine is tijdens de industriële revolutie
2. Ik kan een relatie leggen tussen het modern imperialisme en grondstoffen en afzetmarkten
3. Ik kan uitleggen wat een transportrevolutie is
Slide 7 - Diapositive
Van handwerk/ thuis naar machine/ fabriek
Hoe werd Engeland tussen 1750 en 1850 een Industriële samenleving ?
Slide 8 - Diapositive
Landbouwmachines
In Engeland waren landbouwmachines op grote akkers al meer voedsel gaan produceren.
Hierdoor groei van de bevolking
Naast voedsel ook meer behoefte aan o.a. kleding
maaimachine
Slide 9 - Diapositive
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny en de stoommachine
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Spinning Jenny
1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen
Slide 12 - Diapositive
Stoommachine
rond 1764
De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 13 - Diapositive
Stoommachine
Stoommachines werkten op stoom uit verhitte waterketels.
Om de vuren te stoken was veel steenkool nodig. Daarom was er veel vraag naar kolen.
De vraag naar kolen leidde in Engeland tot veel mijnbouw.
Slide 14 - Diapositive
van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie
Slide 15 - Diapositive
Gevolgen uitvinding stoommachine
Overstap op machinekracht
Meer voedsel beschikbaar door nieuwe landbouwmachines (zorgt ook voor werkeloosheid op het platteland!)
Meer voedsel zorgde ook voor bevolkingsgroei
Werkloosheid op platteland + opkomst fabrieken in steden = Heel veel mensen verhuizen naar de steden voor werk
Slide 16 - Diapositive
Modern imperialisme
Slide 17 - Diapositive
Waarom is de industriële revolutie in England ontstaan (rond 1750)
Er is voldoende geld aanwezig voor ontwikkeling (wereldhandel, kolonies)
Er zijn voldoende grondstoffen aanwezig (ijzererts + steenkool)
Bevolkingsgroei waardoor er veel arbeiders beschikbaar zijn (dankzij de werkloosheid op het platteland)
Slide 18 - Diapositive
Welk wereldrijk?
Het Gemenebest of Commenwealth
Slide 19 - Diapositive
Modern Imperialisme
Naast steenkool ook andere grondstoffen nodig
Grondstoffen komen uit de koloniën
Bestaande koloniën uitgebreid en nieuwe gebieden erbij
Veel invloed van Europa in deze gebieden
= Modern Imperialisme
Slide 20 - Diapositive
Modern imperialisme =
Periode van ongeveer 1850 tot 1920, waarin Europese landen bestaande kolonies uitbreidden of nieuwe veroverden vooral in Azië en Afrika.
Er ontstond een strijd om de beste koloniën.
Alle Europese landen wilden zo snel mogelijk zo veel mogelijk land onder hun invloed krijgen, voor macht, grondstoffen en als afzetgebied/afzetmarkt.
Een afzetmarkt is een gebied om producten te verkopen.
Slide 21 - Diapositive
Afrika rond 1700
Afrika rond 1900
Slide 22 - Diapositive
Modern Imperialisme
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Vidéo
Aantekeningen
timer
7:00
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
Nederland industrialiseert
Eerste fabriek pas in 1830
Eerste spoorlijn 1839
Vanaf 1860 pas veel investeringen (transportrevolutie)
Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
Geen geschikte grondstoffen voor industrie in NL
Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870
Slide 27 - Diapositive
Transportrevolutie
Belangrijk gevolg van de industriële revolutie = Transportrevolutie
Kolen komen uit Zuid-Limburg en worden vervoert naar de fabrieken over spoor en kanalen
Reizen gaat nu ook een stuk sneller door heel Nederland
Slide 28 - Diapositive
Spoorlijnen 1860
Kanalen 1860
Slide 29 - Diapositive
Wat is geen oorzaak voor het modern imperialisme?
A
Koloniën zijn ideaal als afzetgebied
B
Het hebben van een imperium geeft macht en aanzien.
C
De inheemse bevolking wilde graag onderdeel zijn van een Europees land.
D
Door de industriële revolutie was er een technologische voorsprong.
Slide 30 - Quiz
Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies
Slide 31 - Quiz
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 32 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 33 - Quiz
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 34 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 35 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 36 - Quiz
In welke beroepen begon de Industriële revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 37 - Quiz
Begrippen uit deze les
Spinning Jenny
stoommachine
Modern Imperialisme
Handmatig
Machinale
huisnijverheid
Industriële Revolutie
Industrialisatie
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Vidéo
Aantekeningen + huiswerk
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Vidéo
Huiswerk volgende week:
maken en inleveren hoofdstuk 2 paragraaf 2 De industriële revolutie
alle vragen behalve de vragen 13 a t/m e en vraag 15 a t/m d
vraag 13 en 15 dus niet, 1 t/m 12 en 14 wel!
timer
5:00
Slide 42 - Diapositive
Huiswerk
maken en inleveren hoofdstuk 2 paragraaf 2 De industriële revolutie