V3 ch 3 texte A + opdr. Crèpes
1 / 22
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Que signifie ... L'avenir...
A
Het verleden
B
Het vakkenpakket
C
De toekomst & naam van het paard van Annet (vroeger)
D
paardrijden
Slide 3 - Quiz
Que signifie: la matière?
A
De materie
B
Het vak
C
Het cijfer
D
De toekomst
Slide 4 - Quiz
Que signifie ... les notes
A
de notities, de cijfers
B
het notebook
C
De notulen
D
de muzieknoten
Slide 5 - Quiz
Il est fort en quelle matière?
A
la gym
B
les maths
C
la nature
D
le dessin
Slide 6 - Quiz
Que signifie: l'échange scolaire
A
geld wisselen
B
geldloket
C
de uitwisseling
D
uitwisseling tussen scholen
Slide 7 - Quiz
Que signifie: le séjour?
A
de serre
B
het verblijf
C
de dag
D
gisteren
Slide 8 - Quiz
Wat kun je hier doen?
A
De weg vinden naar ...
B
Een reis boeken
C
Je toekomst kiezen
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Le miel
A
de honing
B
honing
Slide 12 - Quiz
Du beurre
A
boter
B
de boter
C
de boterham
D
boterham
Slide 13 - Quiz
Du coca
A
cocacola
B
de cocacola
Slide 14 - Quiz
du pain
A
het brood
B
brood
Slide 15 - Quiz
Le pain au chocolat
A
het chocoladebroodje
B
chocoladebroodje
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Welke ingrediënten zijn genoemd (in het Frans, denk aan het delend lidwoord)
Slide 19 - Question ouverte
Welke woorden voor 'lekker' heb je gehoord in het Frans?
Slide 20 - Question ouverte
Wat heeft in het filmpje 'la bonne consistance'?
