Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Lezen havo 4
VWO 5 Nederlands
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
VWO 5 Nederlands
Slide 1 - Diapositive
Wat hoort bij wat? | Tekstindeling
Inleiding
Kern
Slot
Diverse aspecten van het onderwerp
Aansporing
Anekdote
De actualiteit
Deelonderwerpen
Slide 2 - Question de remorquage
Welke vraag wordt beantwoord in welke alinea?
Sleep de vraag naar die alinea.
Alinea 1
Alinea 2
Alinea 3
Alinea 4
Alinea 5
Hoe proef je?
Wat zijn smaakpapillen?
Welke smaken proeven smaakpapillen?
Waar zitten de smaakpapillen?
Wat speelt nog meer een rol bij proeven?
Slide 3 - Question de remorquage
Niet waar
Waar
De
hoofdgedachte
geeft antwoord op de
hoofdvraag
.
Hoofdgedachte
en
tekstonderwerp
hebben altijd met elkaar te maken.
De
hoofdgedachte
staat altijd in de
inleiding
.
In een
hoofdgedachte
staan soms
bijzaken
.
Slide 4 - Question de remorquage
conclusie
anekdote
hoofdgedachte
advies
deelonderwerp
samenvatting
aanleiding
deskundige introduceren
vraag stellen
uitleg
onderwerp
toeliching
argumenten
Slide 5 - Question de remorquage
Wat is de juiste omschrijving bij het functiewoord?
stelling
oproep
aanbeveling
samenvatting
conclusie
aanleiding
definitie
voorbeeld
constatering
uitwerking
reden om nu een tekst te schrijven over het onderwerp
omschrijving van wat er met een bepaald verschijnsel wordt bedoeld
beschrijving van één concreet geval
er wordt een verschijnsel/ontwikkeling vastgesteld
er wordt extra informatie gegeven over het onderwerp
Iemand doet een bewering over het onderwerp (niet feitelijk)
de schrijver vraagt de lezer iets te doen
goedbedoelde raad
beknopte navertelling
slotgedachte obv voorgaande
Slide 6 - Question de remorquage
Wat is een signaalwoord
Wat zijn signaalwoorden?
A
Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
B
Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
C
Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
D
Woorden die extra informatie geven
Slide 7 - Quiz
'dus', 'daarom' en 'kortom' zijn signaalwoorden.
Bij welk tekstverband passen deze signaalwoorden?
A
Samenvattend
B
Concluderend
C
Redengevend
D
Voorwaardelijk
Slide 8 - Quiz
Citeren is
A
Het antwoorden in eigen woorden
B
Het samenvatten van een alinea
C
Het overnemen van een tekstgedeelte
D
Het samenvatten van de hele tekst.
Slide 9 - Quiz
Signaalwoorden van vergelijking
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van reden
even ... als
echter
omdat
daarom
groter dan
hoewel
beter dan
tegenover
dus
Slide 10 - Question de remorquage
Hoofdzaken
Bijzaken
Conclusie
Hoofdgedachte
Onderwerp
Extra uitleg
Voorbeelden
Eigenschappen van het onderwerp
Slide 11 - Question de remorquage
Elke alinea bevat een kernzin die je kunt citeren.
A
Ja, klopt. Het is de eerste, tweede of laatste zin van de alinea.
B
Ja, klopt. In principe kunnen dat alle zinnen van de alinea zijn.
C
In elke alinea staat een kernzin, maar je kunt niet altijd letterlijk een zin citeren uit de alinea.
D
Soms wel, soms niet. Er zijn ook alinea's zonder kernzin bijvoorbeeld.
Slide 12 - Quiz
OOK
is een signaalwoord voor
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Chronologisch
D
Tegenstelling
Slide 13 - Quiz
signaalwoorden voor een tegenstelling:
A
zoals, evenals
B
zodat, met als gevolg
C
evenwel, daarentegen
D
omdat, daarom
Slide 14 - Quiz
Het signaalwoord 'want' kondigt een ......... aan
A
argument
B
mening
C
conclusie
Slide 15 - Quiz
Inleiding
Kern
Slot
Onderwerp wordt geïntroduceerd
De lezer verleiden de tekst verder te lezen
Achtergrond informatie
Argumenten
Toelichting onderzoek
Kernzin
Hoofdgedachte
Conclusie
Samenvatting
Slide 16 - Question de remorquage
om te...
A
concluderend
B
redengevend
C
vergelijkend
D
doel-middel
Slide 17 - Quiz
eens
A
voorwaardelijk
B
toelichtend
C
chronologisch
D
opsommend
Slide 18 - Quiz
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van volgorde van tijd
Signaalwoorden van voorbeeld
maar
ook
ten eerste
toch
echter
en
bovendien
zoals
bijvoorbeeld
toen
als eerste
ten slotte
Slide 19 - Question de remorquage
doordat
A
redengevend
B
oorzakelijk
C
voorwaardelijk
D
toegevend
Slide 20 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Lezen - Blok 1
Octobre 2024
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
D33 K Lezen hoofdstuk 1
Septembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
TH1 Lezen H3
Mars 2024
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Lezen 3.3 les 5 2021
Avril 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Inleiding, kern & slot
Janvier 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Hoofdzaken en bijzaken
Octobre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Dutch
Secondary Education
Lezen H3 inleiding, middenstuk en slot
Janvier 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Leesvaardigheid deel 2
Novembre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2