Deel 1: (Chronische) longaandoeningen : COPD, Astma, longkanker

Les 5 Copd,Astma en Diabetes
Coby Oosterhuis
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Les 5 Copd,Astma en Diabetes
Coby Oosterhuis

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen 
Je kan beschrijven wat astma/copd is.

Je weet het verschil tussen COPD & Astma.
Je weet de symptomen en de oorzaken van astma en COPD
Je weet de symptomen van Diabetes, en hoe deze de werking van het endocriene stelsel  beinvloedt




Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen
Lezen: Hoofstuk 3, paragraaf 3.4 Cliënten met een orgaanbeperking 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ademhalingsstelsel
Gasuitwisseling:
Opname van O2
Afgifte van Koolzuurgas uit het bloed

Neus en mond- keelholte -> Luchtpijp -> 
Bronchiën  -> Longblaasjes omgeven door haarvaten. 


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luchtpijp: bekleedt met slijmvlies
Bronchien: twee vertakkingen van de luchtpijp die zich in steeds kleinere vertakkingen splitsen -> bronchiolen -> tot aan longblaasjes met haarvaten.


Longen: 
Rechterlong is groter dan de linker.



Slide 5 - Diapositive

Luchtpijp: Slijmvlies = gevoelig -> onbekende stof -> hoestprikken -> trilharen transporteren de stof naar buiten. 

Wat weet je al van COPD

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

COPD is een verzamelnaam voor:
Chronische bronchitis:
Bij chronische bronchitis zijn de bronchiën steeds ontstoken. 
Slijmvlies wordt dikker en produceert meer slijm.
Benauwdheid en hoesten

Longemfyseem:
Longblaasjes rekken uit en gaan kapot.
Komen met elkaar in verbinding en vormen grote slappe blaasjes. 
Des te meer beschadiging des te minder O2 de longen kan opnemen. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

COPD
Chronic Obstructive Pulmonary Disease / (Chronische Obstructieve Long Ziekte)

Chronische longziekte
Permanente vernauwing van de luchtwegen
Ontstaan op oudere leeftijd

Het slijmvlies in de luchtwegen raakt ontstoken -> zwelt op en vormt meer slijmvlies.




Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken

- Roken -> 90% van alle gevallen

- Hevige blootstelling aan chemicaliën en dampen. 

- Erfelijke ziekte Alpha-1: tekort aan eiwit om longen te beschermen 


Verschijnselen





Slide 10 - Diapositive

erfelijke alpha 1 : veroorzaakt schade aan de longen, hierdoor kan ook copd ontstaan, is wel zeldzaam
Diagnose
Anamnese
Lichamelijk ondezoek

Spirometrietest
Maximale lucht die kan worden in en uitgeademd. 
Maximale lucht die in 1 seconde kan worden uitgeblazen. 
2 metingen
1ste keer:Obstructie meten. 
2de keer:vooraf Luchtverwijderaar/medicatie gebruiken

Slide 11 - Diapositive

wat een patiënt zijn arts aan medische voorgeschiedenis kan vertellen.
Ernst COPD
uitgedrukt in GOLD stadia 1 tot 4
Hoe ernstiger de COPD, hoe hoger het stadium
Vaak bij exacerbatie GOLD 3 en 4 , is een ziekenhuisopname noodzakelijk

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

FEV 1 : maximale lucht in liter dat bij snelle en geforceerde uitademing in 1 seconde w uitgeblazen vanuit volledige inademing
Behandeling

Aanpassen van leefstijl.
Revalidatie. 


Chronische medicatie:
- Kortwerkende en langwerkende luchtverwijders.
- Slijmoplossers
- Antibiotica
- Ontstekingsremmers


Inhalatoren:
Verstuiver
Poederinhalator
Vernevelapparaat

Voordelen:
Direct effect
Minder medicatie nodig
Minder bijwerkingen

Slide 14 - Diapositive

Revalidatie
https://longenenleven.nl/leven-met-copd/blijven-bewegen/
Veroorzaakt roken astma en COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij COPD is/zijn de ..... kapot
A
Luchtpijp
B
Bronchiën
C
Longblaasjes

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen verschil tussen astma en COPD
A
Astma heb je vanaf je geboorte en COPD krijg je later
B
Astma komt in aanvallen en COPD heb je altijd
C
Astma komt door roken en COPD komt door pollen
D
Astma is redelijk te behandelen, COPD niet

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke medicijnen kun je geven bij astma/COPD
A
luchtwegverwijderaar
B
ontstekingsremmer
C
luchtwegverwijderaar en onstekingsremmer

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij van astma?

Slide 19 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Astma
- Chronische ontsteking van de luchtwegen
-Ontstaat al op jongere leeftijd
- Een combinatie van omgevings- en erfelijke factoren.

- De luchtwegen raken snel geprikkeld door allerlei stoffen. Veel mensen met astma zijn allergisch. 

- Klachten in aanvallen

 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten astma
Allergisch astma = door huisstofmijt, boom of graspollen,..

Niet-allergisch: niet-allergische prikkels geven klachten. -> uitlaatgassen, benzine, balkuchtjes, parfum of schoonmaakmiddelen. Maar ook kou, mist en vochtige lucht. 

Inspanning: lichamelijke inspanning, stress en heftige emoties.


Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen Astma
- benauwdheid
- Piepende ademhaling
- Kortademigheid
- Meer slijmproductie
- Hoesten

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling
Gericht op het onder controle houden van de ziekte. 

Medicatie: ontstekingsremmers en luchtwegverwijderaars. 

Medicatie gericht op de allergie:
Anti-histaminica



Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil tussen COPD & Astma
....
....
....

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

COPD 

- Luchtwegen vernauwd door beschadiging, zoals roken


- Symptomen zijn Chronisch

- Het beloop is geleidelijk verergerend en de levensverwachting verminderd.


Astma

- Geen echte oorzaak aan te wijzen, maar er zijn wel factoren die de kans op astma vergroten

- Symptomen zijn periodiek

- Het beloop met behandeling is met astma gunstiger en men kan er gemiddeld ouder mee worden.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exacerbatie copd en astma
= langdurige benauwdheidsaanval die niet op de normale medicatie reageert, kan tot een levensbedreigende situatie leiden

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke longaandoening worden de luchtwegen nauwer, door samentrekkende spiertjes in luchtpijptakjes?
A
astma
B
COPD

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Juist of onjuist?
Astma is een chronische ziekte
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ziekte waarbij de longen continu ontstoken zijn, noemen we?
A
COPD
B
Astma
C
longontsteking
D
bronchitis

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een allergische reactie op stuifmeelkorrels noemen we?
A
COPD
B
Astma
C
longontsteking
D
hooikoorts

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is diabetes?
- Andere naam: suikerziekte
- Lichaam kan niet zelf de bloedsuiker in stand houden:
- Maakt helemaal geen insuline meer aan of gedeeltelijk
- Hormoon insuline --> glucagon
- Suiker kan niet als brandstof worden gebruikt

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Typen diabetes mellitus
  •  Insulineafhankelijke diabetes (type 1) 
  • Niet-insulineafhankelijke diabetes (type 2)
  • Zwangerschapsdiabetes

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren
  • Te hoog cholesterolgehalte 
  • Hoge leeftijd
  • Erfelijke aanleg
  • Hoge bloeddruk 
  • Suikerziekte 
  • Roken 
  • Ongezonde voedingsgewoontes 
  • Overgewicht 
  • Zittende leefstijl
  • Metaboolsyndroom 

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn verschijnselen van diabetes?
A
In korte tijd veel zwaarder worden
B
Duizeligheid en zweten
C
Dorst en veel plassen
D
Trillen en moeite met lopen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is diabetes? Bij diabetes mellitus is er sprak van ..........
A
te weinig of geen insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
B
een te hoge glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft
C
een te hoge insulineproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.
D
te weinig of geen glucoseproductie, waardoor de bloedglucosewaarde structureel te hoog blijft.

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een patiënt met suikerziekte (diabetes) krijgt een beschadiging aan de zenuwen in de voeten
A
neuropathische pijn
B
fantoompijn
C
gerefereerde pijn
D
nociceptieve pijn

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rachid heeft diabetes.

Wat is een ander woord voor diabetes?

A
blaasontsteking
B
nierziekte
C
suikerziekte
D
nierziekte

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes type 2
Diabetes type 1
Hypoglycemie
Hyperglycemie
Suikerziekte die ontstaat door een erfelijke afwijking, waardoor de alvleesklier geen insuline maakt.
Suikerziekte die ontstaat door een ongezonde leefstijl, waardoor het lichaam minder gevoelig raakt voor insuline én minder insuline maakt.
Een te hoge bloedsuiker
Een te lage bloedsuiker

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als urine ‘zoetig’ ruikt kan het wijzen op suikerziekte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
* Theoriestudie 10 t/m18
*Vragen over de opdrachten

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions