Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
"iets aan het doen zijn"
- Gaat altijd samen met het (vervoegde) werkwoord ESTAR.
- AR --> ANDO
- ER --> IENDO
- IR --> IENDO
- VB. Ik ben aan het lopen (caminar)
Estoy caminando
- VB. Ik ben mij aan het douchen (ducharse)
Me estoy duchando