§8.6 Reactiesnelheid

• NaSk2
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

§8.6 Reactiesnelheid

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

Doelen

Aan het einde van de les kan ik:

• uitleggen welke vijf factoren de reactiesnelheid beïnvloeden.
• uitleggen welke factoren van invloed zijn op het bederven van voedsel. 

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

Welke uitgangspunten van het deeltjesmodel ken je?

Reactiesnelheid

De reactiesnelheid (RS) is het tempo waarmee beginstoffen verdwijnen en reactieproducten ontstaan. 

Er zijn vijf factoren die invloed hebben op de RS:

1. de soort stof
2. de verdelingsgraad
3. de concentratie 
4. de temperatuur
5. de aanwezigheid van een katalysator

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

De verdelingsgraad

Hoe vergroot het oppervlakte/verdelingsgraad de reactiesnelheid?

1. Hoe groter het oppervlakte hoe groter de plaats wordt waar deeltjes kunnen botsen
2. Meer effectieve botsingen betekent een grotere reactiesnelheid

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

De concentratie

Hoe vergroot de concentratie de reactiesnelheid?

1. Hoe groter de concentratie hoe meer stof/moleculen er zijn
2. Meer stof in hetzelfde volume betekent meer botsingen 
3. Meer effectieve botsingen
   betekent een grotere
   reactiesnelheid

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

De temperatuur

Hoe vergroot de temperatuur de reactiesnelheid?

1. Hoe hoger de temperatuur hoe sneller de deeltjes bewegen
2. Hoe sneller de deeltjes bewegen hoe vaker en harder ze op elkaar botsen
3. Meer effectieve botsingen betekent een grotere reactiesnelheid

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

De aanwezigheid van een katalysator

Hoe vergroot het toevoegen van een katalysator de reactiesnelheid?

1. Een katalysator verlaagt de activeringsenergie 
2. Een lagere activeringsenergie betekent dat er minder energie nodig is om de reactie te starten
3. Minder energie betekent dat de reactie sneller start dus een grotere reatiesnelheid

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

Samenvatting

Conc⭡ ⇒ Meer deeltjes in dezelfde ruimte/volume ⇒ Meer botsingen

                ⇒ Meer effectieve botsingen ⇒ RS⭡

T⭡ ⇒ Moleculen bewegen sneller ⇒ Moleculen komen elkaar vaker tegen

          ⇒ Meer botsingen ⇒ Meer effectieve botsingen ⇒ RS⭡

Opp⭡ ⇒ Meer plaatsen voor botsingen ⇒ Meer botsingen

    ⇒ Meer effectieve botsingen ⇒ RS⭡

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

Voedsel

Zelf lezen blz. 136 t/m 138

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid

Hoe kun je het bederven van voedsel vertragen?

Wat zijn E-nummers?

Aan de slag

Maken opdrachten:

........

Hoofdstuk 8 Verbrandingen

§8.6 Reactiesnelheid