Enzymen
1 / 15
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Wat voor stoffen zijn enzymen?
A
vitaminen
B
eiwitten
C
koolhydraten
D
triglyceriden
Slide 3 - Quiz
Hoe noem je een stof die past in een enzym volgens het sleutel-slot-principe?
A
product
B
reagens
C
substraat
D
co-enzym
Slide 4 - Quiz
Hoe noemt men de plaats van een enzym waar het substraat perfect in past?
A
actief centrum
B
co-factor
C
co-enzym
D
katalysator
Slide 5 - Quiz
Hoe heet het substraat dat afgebroken wordt door het enzym lipase?
A
lipose
B
eiwitten
C
triglyceriden
D
zetmeel
Slide 6 - Quiz
Hoe heet het substraat dat afgebroken wordt door het enzym desoxyribonuclease?
A
ATP
B
desoxyribonucleose
C
RNA
D
DNA
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Hoe noem je het substraat nadat het in een enzym is geweest?
A
product
B
reagens
C
substraat
D
co-enzym
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Diapositive
Hoe noem je het proces dat ervoor zorgt dat een enzym niet meer werkt?
A
intolerantie
B
reactiespecifiek
C
substraat
D
denaturatie
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
In welk orgaan werkt
pepsine?
pepsine?
A
dunne darm
B
maag
C
twaalfvingerige darm
D
mond
Slide 14 - Quiz
In welk orgaan werkt
trypsine?
trypsine?
A
dunne darm
B
maag
C
twaalfvingerige darm
D
mond
