lesson 10

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

UNIT 2 - LESSON 10

Plan

• Terugblik
• Leerdoel
• Instructie
• Zelf aan de slag
• Evaluatie

Wat staat er in de toekomst op de planning?

• hoofdstuk toets unit 2 (7 november, volgende week)

Leerdoel

• We will revise everything we've learned so far.
• We gaan alles herhalen wat we tot nu toe hebben geleerd.

TRANSLATE:
brugklasser

TRANSLATE:
ondeugend

TRANSLATE:
Je hebt gelijk.

TRANSLATE:
Hoe laat is het?

Datums

Waar let je op?

• Je draait de dag en de maand om in het Engels! 
  
• De dag nummer wordt een rangtelwoord! (9e, 6e, 4e) in het Engels 
  

Voorbeeld?

• 9 juni: June 9th (9th = 9e)
  
• 5 mei: May 5th  (5th = 5e)
  

Gebruik bladzijde 104 en 105 uit hoofdboek voor MAANDEN + RANGTELWOORDEN!

BLADZIJDE 104 VAN JE BOEK!

TRANSLATE:
3 august

1. August 3rd
2. august 3
3. August 3
4. August 3e

TRANSLATE:
12 januari

1. January 12th
2. january 12th
3. january 12
4. January 12

Translate:
5 september

I - ME

VOORBEELD

Stel 2 vragen...

1) Over wie of wat gaat het?

2) Welk van de volgende woorden horen daarbij:

• Kies uit:  me, you, him, her, it, us, them
• Where is your book? I can't see it.

GEBRUIK BLADZIJDE 105 uit je hoofdboek!

FILL IN:
Amy is lost. Can you help ....

1. her
2. it
3. us
4. me

FILL IN:
Where are your parents? I've got news for...

1. me
2. us
3. them
4. you

I HAVE GOT

You HAVE GOT

They HAVE GOT

You (mv.) HAVE GOT

We HAVE GOT

BLIJ gezichtje als iemand iets wel heeft :) 

She HAS GOT

He HAS GOT

It HAS GOT

(Name + object) HAS GOT

I HAVE NOT GOT

You HAVE NOT GOT

They HAVE NOT GOT

You (mv.) HAVE NOT GOT

We HAVE NOT GOT

VERDRIETIG gezichtje als iemand iets niet heeft :(

She HAS NOT GOT

He HAS NOT GOT

It HAS NOT GOT

(Name+object) HAS NOT GOT

HAVE I got                                                            HAS she / he / it got

HAVE you got

HAVE we got

HAVE they got

HAVE you (MV) got

VRAAGTEKENS als het een vraagzin is ?

ALTIJD Have ... got, of Has ... got

:) They ... another book.

1. haven't got
2. hasn't got
3. have got
4. has got

:( She .... the new magazine.

1. hasn't got
2. has got
3. haven't got
4. have got

? ... we ... time left?

1. Have ... got
2. Has ... got
3. Hasn't ... got
4. Haven't ... got

What's the time?

Choose the right time:
16:20

1. It's twenty past four
2. It's twenty to four
3. It's twenty past six
4. It's twenty to six

Choose the right time:
12:55

1. It's five past one
2. It's five past twelve
3. It's five to one
4. It's five to twelve

TRANSLATE:
zondag

TRANSLATE:
donderdag

TRANSLATE:
dinsdag

Get to work!

• Ik heb alle opdrachten t/m 29 af (ook de SELF-TEST)

• Ik heb al mijn werk nagekeken.

• Ik steek mijn hand op bij een vraag. 

• Alle opdrachten af? Ik doe iets voor mezelf (lezen, tekenen, een ander vak, NIET OP JE MOBIEL).

EVALUATION

• Wat ging goed?
• Wat kan beter?