3.1 fictie

3.1 fictie
Round en flat character
karakterontwikkeling
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

3.1 fictie
Round en flat character
karakterontwikkeling

Slide 1 - Diapositive

Stillezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

LESDOELEN
1. Ik weet wat spanning en spanningsvragen in een verhaal zijn.
2. Ik kan in een verhaal een round en een flat character herkennen. 
3. Ik weet wat een karakterontwikkeling is. 

Slide 3 - Diapositive

Wat is fictie?
A
een krantenbericht
B
verzonnen verhalen over draken
C
een geschiedenisboek
D
verzonnen verhalen die soms net echt lijken

Slide 4 - Quiz

Wat bedoelen we met een ontknoping in een verhaal
A
de antwoord op een spanningsvraag. Wat gaat er gebeuren?
B
Het begin van een film
C
Het einde van de film
D
De pauze in een bioscoop

Slide 5 - Quiz

Wat bedoelen we met een cliffhanger in een verhaal
A
de antwoord op een spanningsvraag. Wat gaat er gebeuren?
B
Als de film op een heel spannend moment eindigt.
C
Het begin van de film.
D
Als iemand dreigt naar beneden te vallen.

Slide 6 - Quiz

Wat bedoelen we met karakterontwikkeling tijdens een film?

Slide 7 - Question ouverte

Noem een personage in een film die een round character heeft.

Slide 8 - Question ouverte

Noem een personage in een film die een flat character heeft.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo