Deviant op weg naar 1F thema 4 moeilijke woorden deel 1

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Nederlands

Thema 4 hoofdstuk 1

Moeilijke woorden

Verwachtingen

- Jas in kluis of op de gang

- Telefoon in de bak

- Pen mee

- Je doet mee met de les

- Wees stil en luister naar uitleg

- Wees stil wanneer we werken

Doel

Aan het einde van deze les:

Ken je de moeilijke woorden en de betekenis van de moeilijke woorden van thema 4

Start

Blz 105 en 106

We lezen en bespreken de moeilijke woorden en hun betekenissen

Zijn er nog woorden waar je iets over kwijt wil?

Samen oefenen

Je krijgt zometeen 5 plaatjes en/ of zinnen te zien

Weet jij welk woord erbij hoort?

Probeer het te doen zonder in je boek te kijken

Welk woord:
Alleen kunnen zijn zonder gestoord te worden

Welk woord past bij het plaatje?

Welk woord past bij deze betekenis?

Iets veranderen door te bouwen of af te breken.

1. verblijven
2. verbreden
3. verbouwen
4. verdiepen

Welke woord past bij het plaatje

Welk woord past bij deze betekenis?
het gebouw

Tot slot

Een afsluitende opdracht

De volgende opdracht is een sleepvraag.

Sleep het woord naar de juiste betekenis of het juiste plaatje.

het platteland

de randstad

het centrum

huren

iets tegen betaling lenen

Maken

Opdracht 3 blz 107/ 108: Schrijf de woorden die bij het plaatje horen in je schrift

Opdracht 4 blz 109: schrijf de woorden in je schrift.

Klaar? 

Maak het knipblad (te vinden achterin je boek)

Nakijken

Opdracht 3 en 4