Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Spelling/Woorden
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Programma
Woorden
Spelling
Dictee
Boekpromoties
Evaluatie/vragen
Slide 3 - Diapositive
Doelstelling
Na deze les:
Ken je de woorden ‘object, selecteren en resterend’ en kun je die gebruiken
Kun je een voltooid deelwoord herkennen en weet je hoe je die begint
Slide 4 - Diapositive
timer
25:00
lees wat je wilt (moet op papier)
oordopjes zijn toegestaan
je mag tegen de muur leunen
ipad plat
In stilte lezen!
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Objecten
Slide 7 - Diapositive
47. woord
=
betekenis
48. Woord
=
betekenis
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Resterend
Slide 12 - Diapositive
timer
2:00
Doel:
Pas deze drie nieuwe woorden zelf toe!
Hoe:
In je schrift
Hulp:
Woordenlijst 1.5
Klaar?
Docent
Wat:
Selecteer een object uit je etui en schrijf daarmee een woord. Schrijf daarna een woord met een resterend object uit je etui. Ga door tot je een zin hebt. Stuur een foto.
Slide 13 - Diapositive
Stuur hier een foto van je zin in.
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Voltooien
Slide 16 - Diapositive
PV
Voltooid deelwoord
De finale
is
begonnen
De laatste minuut
wordt
gespeeld
We
hebben
gewonnen
Slide 17 - Diapositive
Waarmee begin je het voltooid deelwoord meestal?
A
Be
B
Ge
C
Ver
D
Ont
Slide 18 - Quiz
Begint het voltooid deelwoord van bedanken ook met ge?
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Geen ge!
Woorden die al beginnen met ge- ver-, be-, ont-, er- of her- hoeven geen extra ge- ervoor!
Bijv. bedenken, ontwerpen, vertellen, herkennen, etc.