Havo H6 Enkelvoudige en samengestelde rente
1 / 25
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
K = € 20.000
Rente = 3,5 %
n = 3 jaar
Reken de samengestelde rente uit
Rente = 3,5 %
n = 3 jaar
Reken de samengestelde rente uit
Slide 7 - Question ouverte
K= 200.000
Rente= 5%
n= 4 jaar
Rente= 5%
n= 4 jaar
Slide 8 - Question ouverte
Michael stort € 1.200,- op een spaarrekening. De samengestelde interest bedraagt 0,1% per maand en wordt aan het einde van elk maand bijgeschreven.
Bereken het saldo op de spaarrekening van Michael na vijf jaar.
Bereken het saldo op de spaarrekening van Michael na vijf jaar.
Slide 9 - Question ouverte
Jelle stort € 50.000,- op een spaarrekening. De samengestelde interest bedraagt 0,3% per kwartaal en wordt aan het einde van elk kwartaal bijgeschreven.
Bereken het saldo op de spaarrekening van Jelle na 6,5 jaar.
Bereken het saldo op de spaarrekening van Jelle na 6,5 jaar.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Eindwaarde E = € 30.000
Rente = 2,5 %
n = 8 jaar
Reken de in te leggen contante waarde uit
Rente = 2,5 %
n = 8 jaar
Reken de in te leggen contante waarde uit
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Voorbeeld 6.9 (blz. 85)
Wim Ruis leent op 1 maart 2021 van zijn broer € 1500 ome een duikuitrusting te kopen. Ze spreken af dat Wim eind 2022 dit bedrag terugbetaald. Aan het eind van iedere maand moet Wim rente betalen. De enkelvoudige rentevoet is 4 % per jaar.
Bereken de rente die Wim elke maand moet betalen aan zijn broer.
Wim Ruis leent op 1 maart 2021 van zijn broer € 1500 ome een duikuitrusting te kopen. Ze spreken af dat Wim eind 2022 dit bedrag terugbetaald. Aan het eind van iedere maand moet Wim rente betalen. De enkelvoudige rentevoet is 4 % per jaar.
Bereken de rente die Wim elke maand moet betalen aan zijn broer.
Slide 19 - Question ouverte
Voorbeeld 6.10
Hanneke sluit een 6 % lening van € 50.000. De looptijd is 20 jaar. Ze betaalt aan het eind van lek jaar interest. Ze lost na 20 jaar in een keer af.
1 Bereken het te betalen bedrag aan het eind van het 1e jaar
2 idem van het 2e jaar.
3 idem van het 20e jaar
Hanneke sluit een 6 % lening van € 50.000. De looptijd is 20 jaar. Ze betaalt aan het eind van lek jaar interest. Ze lost na 20 jaar in een keer af.
1 Bereken het te betalen bedrag aan het eind van het 1e jaar
2 idem van het 2e jaar.
3 idem van het 20e jaar
Slide 20 - Question ouverte
Voorbeeld 6.10b
Hanneke sluit een 6 % lening van € 50.000. De looptijd is 20 jaar. Ze betaalt aan het eind van lek jaar interest. Ze lost nu lineair af
1 Bereken het te betalen bedrag aan het eind van het 1e jaar
2 idem van het 2e jaar.
3 idem van het 20e jaar
Hanneke sluit een 6 % lening van € 50.000. De looptijd is 20 jaar. Ze betaalt aan het eind van lek jaar interest. Ze lost nu lineair af
1 Bereken het te betalen bedrag aan het eind van het 1e jaar
2 idem van het 2e jaar.
3 idem van het 20e jaar
Slide 21 - Question ouverte
Opgave E6.1a
De Groesbeekse voetbalclub Treffers '29 wil per i januari 2024 beschikken over € 100.000 voor een nieuw clubhuis. Hiervoor zetten ze op 1 januari 2019 een bedrag op de spaarrekening waarover 3 % samengestelde rente wordt vergoed.
Berken het bedrag dat dan moet worden gestort
De Groesbeekse voetbalclub Treffers '29 wil per i januari 2024 beschikken over € 100.000 voor een nieuw clubhuis. Hiervoor zetten ze op 1 januari 2019 een bedrag op de spaarrekening waarover 3 % samengestelde rente wordt vergoed.
Berken het bedrag dat dan moet worden gestort
Slide 22 - Question ouverte
E6.1 b
De voorzitter wil sponsoren voor een bedrag van € 60.000. per 1 januari 2018.
De interest per kwartaal is 0,9 % =.
Hoe groot is dit bedrag per 1 januari 2019?
De voorzitter wil sponsoren voor een bedrag van € 60.000. per 1 januari 2018.
De interest per kwartaal is 0,9 % =.
Hoe groot is dit bedrag per 1 januari 2019?
Slide 23 - Question ouverte
E6.1 c Hoe groot is het tekort per 1 januari 2019?
E6.2 d Noem 2 mogelijkheden om dit tekort op te vangen
E6.2 d Noem 2 mogelijkheden om dit tekort op te vangen
