Een groep vrienden gaat samen een dagje uit. Eerst gaan ze naar het Centraal museum, daarna naar het dierenpark en als afsluiting gaan ze bowlen. Bereken de totale kosten per persoon voor het uitje.
A
22 euro
B
25 euro
C
28 euro
D
31 euro
Slide 11 - Quiz
Frank maakt limonade volgens de verhouding 3 delen siroop staat tot 5 delen water. Hoeveel delen siroop heb je nodig voor 100 delen water?
A
300 delen
B
60 delen
C
30 delen
D
50 delen
Slide 12 - Quiz
Uitleg
Slide 13 - Diapositive
Uit een pak soep kun je 6 borden soep halen. Hoeveel borden haal je uit 9 pakken? Maak een verhoudingstabel.
A
18 borden
B
36 borden
C
54 borden
Slide 14 - Quiz
Uitleg
Slide 15 - Diapositive
Herman rijdt 120 km in 60 minuten. Neem de verhoudingstabel over en vul in. Hoeveel kilometer rijdt Herman in 1 minuut?
A
1 km
B
2 km
C
3 km
D
4 km
Slide 16 - Quiz
Voor 4 euro's krijg je 5 dollars. Bereken hoeveel dollars je krijgt voor 56 euro's. Gebruik de tabel.
A
70 dollars
B
60 dollars
C
80 dollars
D
75 dollars
Slide 17 - Quiz
A
40 gram
B
80 gram
C
24 gram
D
48 gram
Slide 18 - Quiz
40 tegels zijn te koop voor 60 euro. Hoeveel kosten 30 tegels?