verbranding

B2 Verbranding
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

B2 Verbranding

Slide 1 - Diapositive

Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
H2O
CO2
O2
C6H12O6

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Vidéo

Bevat een spiercel veel of weinig mitochondriën? Leg je antwoord uit.

Slide 4 - Question ouverte

Wat zijn mitochondriën?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = energie + koolstofdioxide + water
B
Energie + koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = zuurstof + water + energie
D
glucose + water = koolstofdioxide + energie + zuurstof

Slide 11 - Quiz

Hoe meer je je inspant, hoe meer verbranding er plaatsvindt. Bij meer verbranding ontstaat er ook meer CO2 (koolstofdioxide).
A
onjuist
B
geen idee
C
juist

Slide 12 - Quiz

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen

Slide 13 - Quiz

Pim zegt dat bij de verbranding bij een benzine auto en verbranding bij de mens koolstofdioxide vrijkomt
Ellen zegt dat de verbranding bij een auto kan stoppen maar verbranding bij de mens niet.
Wie doet of wie doen de juiste uitspraak
A
zowel Pim als Ellen
B
alleen Pim
C
alleen Ellen
D
geen van beiden

Slide 14 - Quiz