Taalverzorging grammatica: persoonsvorm en zinsdelen

GRAMMATICA ZINSDELEN
José wandelt graag met haar hond in het bos.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare school

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

GRAMMATICA ZINSDELEN
José wandelt graag met haar hond in het bos.

Slide 1 - Diapositive

Hoe vind je de persoonsvorm van een zin?

Slide 2 - Question ouverte

GRAMMATICA ZINSDELEN
doelen:

- Ik kan de persoonsvorm van een zin vinden.

- Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.

Slide 3 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
Elke zin heeft een persoonsvorm

Aan de persoonsvorm kun je zien in welke tijd een zin staat: tegenwoordige of verleden tijd.

Ook zie je aan de persoonvorm in welk getal een zin staan: enkelvoud of meervoud.

Slide 4 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn drie manieren om een persoonsvorm te vinden:

1. Zet de zin in de andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

José wandelt graag met haar hond in het bos.
José wandelde graag met haar hond in het bos.

Slide 5 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn drie manieren om een persoonsvorm te vinden:

2. Maak een vraagzin. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.

José wandelt graag met haar hond in het bos.
Wandelt José graag met haar hond in het bos?

Slide 6 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn drie manieren om een persoonsvorm te vinden:

3. Zet de zin in een ander getal. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

José wandelt graag met haar hond in het bos.
José en Nick wandelen graag met hun hond in het bos.

Slide 7 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
Er zijn drie manieren om een persoonsvorm te vinden:

1. Zet de zin in een andere tijd.

2. Maak een vraagzin.

3. Zet de zin in een ander getal.

Slide 8 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
Problemen met een vraagzin

Waarom wandelt José graag met haar hond in het bos?


Slide 9 - Diapositive

Gisteren heeft Mieke een mooi gedicht geschreven.
A
gisteren
B
heeft
C
Mieke
D
geschreven

Slide 10 - Quiz

Meneer Jansen koopt elke week een bos bloemen voor zijn vrouw.
A
week
B
vrouw
C
koopt
D
elke

Slide 11 - Quiz

Heeft jouw team de wedstrijd gewonnen?
A
heeft
B
jouw
C
gewonnen
D
team

Slide 12 - Quiz

Hoe moet ik dit doen?
A
hoe
B
doen
C
ik
D
moet

Slide 13 - Quiz

GRAMMATICA ZINSDELEN
zinsdelen

Een zin kun je in verschillende stukjes verdelen. Deze stukjes noemen we zinsdelen. Een persoonsvorm is zo'n zinsdeel.


Slide 14 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
zinsdelen

1. Zoek de persoonsvorm en onderstreep die.

2. Zet zinsdeelstrepen voor en achter de persoonsvorm.

3. Verander de woordvolgorde van de zin. Elk stukje dat voor de persoonsvorm kan, is één zinsdeel. Zet dat deel tussen zinsdeelstrepen.

Slide 15 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
zinsdelen

Rob en Barrie willen in de winkel een voetbal kopen.

Rob en Barrie / willen / in de winkel een voetbal kopen.

In de winkel / willen / Rob en Barrie / een voetbal kopen.

Een voetbal / willen / Rob en Barrie / in de winkel / kopen.

Slide 16 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN
aantekening maken

Gisteren heeft Marieke in de stad een nieuw boek voor haar zusje gekocht.

Slide 17 - Diapositive

GRAMMATICA ZINSDELEN


Welke vragen heb je over de lesstof?

Slide 18 - Diapositive