Les week 15 4e jaars

Welkom
Signaalwoorden en tekstverbanden
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 1 - Diapositive

Lesopbouw

  • Korte uitleg 
  • Examenvoorbereiding
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Diapositive

Tekstverbanden

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Vidéo

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden 
  • Opsomming:            ten eerste, ten tweede, ook , en, vervolgens ...
  • Tegenstelling:         maar, echter, hoewel, daarentegen,..
  • Reden:                    omdat, want, daarom ...
  • Voorbeeld:                denk aan, zoals, bijvoorbeeld ...


Slide 6 - Diapositive

Tekstverbanden met aantal signaalwoorden
  • Oorzaak-gevolg:         daardoor, hierdoor, doordat ...
  • Middel-doel:                  zodat, om, door middel van, met als doel om  ...
  • Voorwaarde:                  als, indien, op voorwaarde dat ...
  • Conclusie:                      dus, al met al, kortom, concluderend, kortom ...

Slide 7 - Diapositive

Verband: opsomming
Signaalwoorden: allereerst, ten eerste, ten tweede, ook, bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Slide 8 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft een opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Slide 9 - Question ouverte

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Slide 10 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Slide 11 - Question ouverte

Verband: reden
Signaalwoorden: want, omdat, daarom, vanwege, immers, namelijk

Ik vind dat we een huiswerkvrije school moeten krijgen, want dan hoef je thuis niets meer voor school te doen.

Slide 12 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft een reden aan?

Ik heb geen zin om te fietsen, omdat het regent.

Slide 13 - Question ouverte

Verband: voorbeeld
Signaalwoorden: bijvoorbeeld, een voorbeeld (hier)van is, zo, zoals, ter illustratie

In de natuur komen verschillende slangen voor, zoals adders en ratelslangen.

Slide 14 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft een voorbeeld aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Slide 15 - Question ouverte

Verband: oorzaak - gevolg
Signaalwoorden: doordat, hierdoor, met als gevolg

De trein was vertraagd. Hierdoor kwam ze te laat.


Slide 16 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft oorzaak-gevolg aan?

De straat is ondergelopen doordat het hard geregend heeft.

Slide 17 - Question ouverte

Verband: conclusie
Signaalwoorden: dus, kortom

Het is dus niet zo moeilijk om een voldoende voor de toets te halen als je leert.

Slide 18 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft een conclusie aan?

Kortom, we hebben best lang vakantie.

Slide 19 - Question ouverte

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Conclusie

Slide 20 - Quiz

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

Doordat is het signaalwoord voor ......
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Opsomming
D
Reden

Slide 21 - Quiz

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Reden

Slide 22 - Quiz

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Conclusie
D
Tegenstelling

Slide 23 - Quiz

Aan welk signaalwoord kun je een conclusie herkennen?

Slide 24 - Question ouverte