Mavo 4 Herhaling

Plattegrond
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Plattegrond

Slide 1 - Diapositive

Welkom

  • Leg materiaal klaar om leerstof over te schrijven:
    - Leeg blaadje, schrift of op een werkboekje.
    - pen of potlood.

Slide 2 - Diapositive

Onderwerp(en)

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

De kandidaat heeft:

  • Inzicht in de samenhang tussen consumptie, productie en het milieu, en kan aan de hand van voorbeelden op het gebied van milieuschade de rol van overheid, maatschappelijke organisaties en individuele personen beschrijven.

  • Vaardigheden uit deze module in samenhang kunnen toepassen.
.
Eindtermen

Slide 4 - Diapositive

  1. Materiaal klaar zetten
  2. Onderwerpen en leerdoelen
  3. Uitleg en overschrijven
  4. Zelfstandig aan de slag
Planning

Slide 5 - Diapositive

  • Je kan consumenten belonen en straffen als het om milieu gaat.
    - Voorbeelden:
    - Belonen:
    1. statiegeld
    2. punten/geld geven voor wegbrengen en scheiden van afval.

    - Straffen
    1. Boete
    2. Afval per kilo betalen

  • Hoe meer een consument consumeert (spullen koopt).
    Hoe meer afval er ontstaat (de verpakkingen en de spullen zelf worden weggegooid).
Milieubewust consumeren

Slide 6 - Diapositive

  • Een bedrijf kan ervoor kiezen milieu vriendelijker te produceren.
    Dat is natuurlijk beter voor het milieu.
    - Maar bedrijven willen winst maken.
    - Milieu vriendelijker produceren kan meer geld kosten voor het bedrijf dan het geld oplevert (zeker als het bedrijf geen subsidie krijgt daarvoor).
    - Het kost een bedrijf meestal meer geld om milieu vriendelijker te produceren.
    - Meestal neemt het  bedrijf geen genoegen met minder winst.
    Dus gaat het bedrijf de prijzen van hun goederen verhogen.
    - Jij als consument gaat dan dus meer betalen voor een milieu vriendelijker product.
    - Voorbeeld: een plasticflesje hergebruiken kan meer geld kosten voor een bedrijf
    dan wanneer ze een nieuw plasticflesje gebruiken.
    Bij hergebruik van een plasticflesje moet je betalen voor: het verzamelen (loon), schoonmaken (water en energie) en de vorm herstellen/kreukels eruit (energie)
    • Een bedrijf kan subsidies krijgen om milieuvriendelijker te produceren (innovatie). Bijvoorbeeld: een fabriek die zuiniger werkt (energie) en minder grondstoffen gebruikt.

Milieubewust produceren

Slide 7 - Diapositive

  • Er is een verschil tussen hergebruiken en recyclen.

    - Als je een flesje intact houdt en opnieuw gebruikt.
    Dan ben je het flesje aan het hergebruiken.

    - Kan je het filmpje nog herinneren?
    Het filmpje waarin het flesje in stukjes werd verwerkt en de verschillende soorten plastic van het flesje werden gescheiden.
    Dat is recyclen.

    - Een bedrijf kan kiezen om een nieuw flesje te gebruiken, hergebruiken of recyclen.

    Een bedrijf houdt rekening met het proces en kosten om een keuze te maken.
Hergebruiken en recyclen

Slide 8 - Diapositive

  • Afval scheiden en ophalen kost geld. Het liefst moet het scheiden en ophalen meer opleveren dan het kost.

  • Heeft de gemeente wel genoeg ruimte in het budget om gescheiden afval te verwerken? Levert dat genoeg geld op? Levert dat meer geld op dan het geld kost?

    - Is het handig om de vuilniswagen 2x per week langs te laten rijden?
    Terwijl de kliko's alleen 1x per week vol zitten?

    - Is het handig om plastic apart te laten ophalen terwijl heel het dorp "plastic vrij" consumeert? De vuilniswagen veroorzaakt namelijk zelf ook milieuschade...

    - Vergeet de maatschappelijke kosten niet! Wij betalen samen via belastingen!
    Voor het afval van de buren.
Afval scheiden en ophalen

Slide 9 - Diapositive

  • Maak opdrachten 63 t/m 69 af als je dat nog niet al af had.
  • Kijk de opdrachten na.
  • Werk aan je PO.

  • Rood = stil aan het werk
  • Oranje = zachtjes overleggen
  • Groen = op normaal geluidsniveau overleggen
Zelfstandig aan de slag
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

  • Wat vond je van het geluidsniveau?
    - Wat ging er goed en minder goed?
    - Wat kan beter of anders?
Evaluatie

Slide 11 - Diapositive

Rad van Fortuin

Slide 12 - Diapositive