K8 Grammatik BK 'bezit'

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Kapitel 8 Grammatik

mijn

jouw

zijn

haar

onze

jullie

hun

uw

mein

dein

sein

ihr

ihr

Ihr

unser

euer

Vertaal de woorden naar het Duits: mijn

jouw

zijn

haar

ons/onze

jullie

uw

Wanneer krijgt de persoon (bezit) er een E achter?

1. Als er een 'der'-woord achter staat
2. Als er een 'das'-woord achter staat
3. Als er een 'die'-woord achter staat
4. Als er een vrouwelijk woord achter staat

Wat is juist? Das is ... Vater.

1. mein
2. meine

Das ist ... Mutter

1. mein
2. meine

Das ist ... Kind

1. unser
2. unsere

Das sind ... Männer

1. euer
2. euere
3. eure

Vertaal het woord tussen haakjes:
die Kette - Das ist (mein) ... Kette

der Pullover - (jouw) ... Pullover ist schön.

das Kleid - Ich finde (haar) ... Kleid hässlich.

die Tasche - Das ist (zijn) ... Tasche.