Politiek 1, kennismaking N3

De koning en de koningin regeren Nederland
A
Waar
B
Niet waar
1 / 21
suivant
Slide 1: Quiz
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

De koning en de koningin regeren Nederland
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Hier zie je
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
De politieke arena
D
De democratie

Slide 2 - Quiz

Hier zie je de Senaat. Hoe heet de senaat ook wel?
A
De eerste kamer
B
De tweede kamer
C
De politieke arena
D
De democratie

Slide 3 - Quiz

Mark Rutte is de ......... van Nederland

Slide 4 - Question ouverte

Wat betekent 'demissionair'?

Slide 5 - Question ouverte

Hugo de Jonge is de minister van......

Slide 6 - Question ouverte

Op 17 maart 2021 zijn er verkiezingen voor....
A
De gemeenteraad
B
De provinciale staten
C
Het Europees parlement
D
De tweede kamer

Slide 7 - Quiz

Democratie betekent 'het volk regeert'
A
waar
B
onwaar

Slide 8 - Quiz

Grondwet en de koning
De koning was de machtigste man van Nederland
1848 grondwet ingevoerd
De macht van de koning werd beperkt

Slide 9 - Diapositive

Constitutie = 
grondwet

Slide 10 - Diapositive

Monarchie =
Koninkrijk

Slide 11 - Diapositive

Constitutionele monarchie
Een koninkrijk waar de macht van de koning beperkt is door de grondwet

Slide 12 - Diapositive

Het volk regeert
De koning is staatshoofd, geen politieke macht
Verkiezingen om de regering te vormen
Kiezen uit politieke partijen
Elke partij andere ideeën



Slide 13 - Diapositive

Samenwerken
Stemmen tellen na verkiezingsdag
De meerderheid mag regeren
Samenwerking tussen partijen
Coalitie

Slide 14 - Diapositive

Kabinet Rutte III was een coalitie van 4 partijen. Met welke partijen regeerde de VVD?
A
CDA, SP, GroenLinks
B
SP, 50+, PVV
C
CU, CDA, D66
D
CU, PvdA, CDA

Slide 15 - Quiz

Hoeveel zetels zijn er nodig voor een meerderheid in de tweede kamer?
A
73
B
74
C
75
D
76

Slide 16 - Quiz

De tweede kamer
150 zetels (stoelen)
Op elke stoel zit iemand die is gekozen door het volk
Elk kamerlid is lid van een politieke partij
Sommige partijen horen bij de coalitie, anderen niet

Slide 17 - Diapositive

De eerste kamer
Senaat
Goedkeuren van wetten
Grondwet check

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel stemmen zijn er nodig voor een meerderheid in de eerste kamer?
A
36
B
37
C
38
D
39

Slide 19 - Quiz

(Eind)opdracht LB
Periode 3 opdrachten uit het boek + eindopdracht

Allemaal voldoende voor diploma

Slide 20 - Diapositive

Werken aan opdrachten
Lees blz 155, maak opdracht 1
lees blz. 156, maak opdracht 2 (individueel) 

Foto's maken van de opdrachten, uploaden en inleveren in teams 

Slide 21 - Diapositive