5.1 Invloed van de golfstroom

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat zag je net? Als je ook weet waar dit is, dan mag je dit ook opschrijven.

Slide 2 - Question ouverte

Hoofdstuk 5 vooruitblik
5,2 golfstroom
5,3 klimaat in de bergen
5,4 klimaten en begroeiing 
5,5 In de Alpen

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
R:Je kunt het verschil tussen aanlandige en aflandige wind beschrijven.
T1: Je kunt verklaren welke invloed de Golfstroom heeft op het klimaat in Nederland.
T2:Je kunt verklaren waarom het klimaat in Zuidoost-Europa anders is dan in West-Europa.
 I: Je kunt beredeneren wat er kan gebeuren als de golfstroom niet meer actief is.
 

Slide 4 - Diapositive

Golfstroom?
  • Wat? Warme stroom die vanaf de USA/Mexico naar Europa komt
  • Functie? Het zorgt ervoor dat Europa niet afkoelt
  • Dankzij de warme golfstroom kunnen wij ook zwemmen in de zee

Slide 5 - Diapositive

De invloed van de Golfstroom 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Windsysteem
Nederland kent 2 soorten winden  --> 
Aflandige wind en een aanlandige wind
Aflandige wind is de wind die van het land richting zee gaat
Aanlandige wind is de wind die richting het land gaat


Slide 10 - Diapositive

Je hebt net geleerd dat Nederland twee winden kent.
Welke van de twee winden is de wind die ons altijd zoveel regen brengt?

Slide 11 - Question ouverte

Landwind = aflandige wind
Wind van land naar zee is koud, land koelt sneller af dan water.
In de zomer is het bij aflandige wind (oostenwind) warm 
In de winter bij aflandige wind (oostenwind) koud.

Slide 12 - Diapositive

Aanlandige wind= wind van zee
Wind van zee --> land is warm in de winter. 
Wind van zee--> land is verkoelend in de zomer

Slide 13 - Diapositive

Breedteligging en temperatuur hebben niks met elkaar te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Hoe lager de breedteligging van een plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

De Golfstroom komt vanuit het
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 16 - Quiz

Aflandige wind is in de winter warm
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

De overheersende windrichting in Nederland is
A
Noordenwind
B
Westenwind
C
Zuidenwind
D
Oostenwind

Slide 18 - Quiz

Leerdoelen
R:Je kunt het verschil tussen aanlandige en aflandige wind beschrijven.
T1: Je kunt verklaren welke invloed de Golfstroom heeft op het klimaat in Nederland.
T2:Je kunt verklaren waarom het klimaat in Zuidoost-Europa anders is dan in West-Europa.
 I: Je kunt beredeneren wat er kan gebeuren als de golfstroom niet meer actief is.
 

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk
Maken en lezen theorie 5.2 op learnbeat.
Maken de B opdrachten van 5.2 vraag 1 tot 7

Slide 20 - Diapositive