2. Op welke 3 manieren laat je zien dat je actief luistert?
3. Wat is non-verbale communicatie?
4. Noem 3 voorbeelden van non-verbale communicatie
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Terugblik
Huiswerk bespreken
timer
3:00
Schrijf de antwoorden in jouw schrift:
1. Waar staat de afkorting LSD voor?
2. Op welke 3 manieren laat je zien dat je actief luistert?
3. Wat is non-verbale communicatie?
4. Noem 3 voorbeelden van non-verbale communicatie
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Huiswerk bespreken
timer
3:00
Schrijf de antwoorden in jouw schrift:
1. Luisteren, samenvatten, doorvragen
2. Uit laten spreken, knikken/hummen, oogcontact met spreker
3. Alle niet gesproken communicatie
4. Lichaamshouding, kleding, mimiek
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Doelen
Aan het einde van deze les:
voer je een goed baliegesprek,
want je past de juiste vaardigheden toe,
inclusief juiste voorbereiding, structuur en afhandeling.
weet je de wensen van de gast te achterhalen en pas je L.S.D. toe in jouw gesprek.
Slide 4 - Diapositive
Goed communiceren valt of staat met afstemmen op de ander. Dat doe je door te luisteren en te observeren en je aanpak aan te passen aan wat je hoort en ziet.
Slide 5 - Diapositive
Soorten gesprekken
Baliegesprek
Voorlichtingsgesprek
Verkoopgesprek
Slechtnieuwsgesprek
Feedbackgesprek
Vaste structuur in gesprek = opening -> kern -> afsluiten
Thema aansluiten bij de behoefte van de ontvanger, advies geven. Let op! geen eenrichtingsverkeer
Slot belangrijk om goed af te sluiten; doel behaald? Afspraken voor de volgende keer? Zorgvuldig afronden = belangrijk voor vervolg
Slide 7 - Diapositive
Baliegesprek
Een baliegesprek voer je kort aan de balie met een cliënt of bezoeker. De baliemedewerker is het eerste aanspreekpunt voor de cliënt, die meestal informatie komt halen.
Slide 8 - Diapositive
Resultaat baliegesprek
De bezoeker heeft zijn vraag gesteld en heeft hierop antwoord gekregen
De bezoeker heeft een positief beeld van de organisatie
De bezoeker weet wat hij kan / moet doen
Als baliemedewerker heb je 3 doelen: kennis - houding - gedrag