Paragraaf 3

Geboorte en sterfte 1.3
Je weet welke invloed geboorte en sterfte hebben op de bevolking.
Je weet welke factoren de geboorte en sterfte in een land beïnvloeden
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Geboorte en sterfte 1.3
Je weet welke invloed geboorte en sterfte hebben op de bevolking.
Je weet welke factoren de geboorte en sterfte in een land beïnvloeden

Slide 1 - Diapositive

Bevolkingsgroei
Op een doorsnee dag
465 geboortes


416 overlijdens
Natuurlijke bevolkingsgroei
Sociale bevolkingsgroei
737 immigranten

526 emigranten
Geboorteoverschot. Meer geboortes dan sterftes.
Migratieoverschot. Meer immigranten dan emigranten.
227 meisjes
238 jongens

Slide 2 - Diapositive

Lees paragraaf 3
- Kun je de begrippen uit de tekst uitleggen?
- Kun je geboortecijfer en sterftecijfer uitrekenen?
- Begrijp je het demografisch transitiemodel?
de check!

Daarna:
Maak opdracht: 
1 t/m 2
(3)

timer
7:00

Slide 3 - Diapositive

hoog sterftecijfer en hoog geboortecijfer
Laag sterftecijfer en laag geboortecijfer. 
Laag sterftecijfer door betere leefomstandigheden en geboortecijfer blijft hoog
Geboortecijfer daalt door stijgende welvaart
In deze fase bevinden de rijke landen zich
Hier is de grootste bevolkingsgroei

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive