Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
El presente (perfecto)
Slide 1 - Diapositive
Presente
Slide 2 - Carte mentale
Repasar : PRESENTE
Slide 3 - Diapositive
Wat is de juiste vervoeging: Preferir (jij vorm)
A
Preferes
B
Prefieres
C
Prefiere
D
Prefere
Slide 4 - Quiz
Noem een onregelmatig werkwoord in de presente (tegenwoordige tijd)
Slide 5 - Question ouverte
Presente perfecto
Slide 6 - Diapositive
Hulpwerkwoord HABER (hebben/zijn)
Slide 7 - Diapositive
Je gebruikt de presente perfecto bij:
gebeurtenissen uit het verleden die te maken hebben met het heden
gebeurtenissen uit het verleden zonder concreet tijdstip
De signaalwoorden die bij de presente perfecto horen zijn:
hoy = vandaag
esta semana = deze week
este año = dit jaar
alguna vez = ooit
todavía no = nog niet
ya = al
muchas veces = vaak
no = niet
nunca = nooit
Slide 8 - Diapositive
Onregelmatige werkwoorden
Hacer --> hecho =
Decir --> dicho =
Poner --> puesto =
Ver --> visto =
Ir --> ido =
Ser --> sido =
abrir --> abierto =
escribir --> escrito =
volver --> vuelto =
Slide 9 - Diapositive
Opdracht: vervoeg
poner, yo (presente)
comer, nosotros (presente perfecto)
hacer, yo (presente)
dormir , ellos (presente perfecto)
decir, tú (presente perfecto)
desayunar, él (presente)
abrir, nosotros (presente perfecto)
hacer, vosotros (presente perfecto)
ser, tú (presente perfecto )
volver, yo (presente perfecto)
venir >ie, vosotros (presente)
decir > i , yo (presente)
Vervoeg de volgende ww in de tijd die er achter staat:
timer
0:10
Slide 10 - Diapositive
¡A hablar!
Zet de dingen die jij ooit hebt gedaan in de presente perfecto. Vertel deze aan je buurman/buurvrouw. Hij/zij antwoordt of hij dit ook wel/niet heeft gedaan.