Les 37 - interpunctie - komma en dubbele punt

Les 37 
interpunctie:
 komma en dubbele punt
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Les 37 
interpunctie:
 komma en dubbele punt

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma (,)

  • Als je je veters niet strikt struikel je dadelijk nog.
  • Kindjes ruim jullie speelgoed eens op.
  • Jens een deelnemer van Komen Eten heeft zijn gasten eindeloos laten wachten.
Lezen deze zinnen vlot? Waarom wel/niet?

Slide 2 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
De komma (,)

  • Bob probeerde zijn fout goed te maken maar dat was niet zo eenvoudig!
  • Spaghetti lasagne en pizza zijn mijn lievelingsgerechten.
  • Oeps ik ben overal hoofdletters vergeten te schrijven.
Lezen deze zinnen vlot? Waarom wel/niet?

Slide 3 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
De dubbele punt (:)

  • De leerkracht vroeg “Begrijpen jullie het?”
  • Alle coaches draaiden hun stoel voor Janna Koen, Natalia, Alex én Bart.
  • Lise viel bijna flauw plots stond Ariana Grande voor haar neus.
Lezen deze zinnen vlot? Waarom wel/niet?

Slide 4 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de komma komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de komma staat.
Als je je veters niet strikt struikel je dadelijk nog.

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma (,)
Waar moet de komma komen?
Waarom moet de komma daar komen?
  • Als je je veters niet strikt, struikel je dadelijk nog.

--> Er komt een komma tussen gelijkwaardige woorden (bv. tussen twee vervoegde werkwoorden of tussen twee bijvoeglijke naamwoorden).

Slide 6 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de komma komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de komma staat.
Kindjes ruim jullie speelgoed eens op.

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma (,)
Waar moet de komma komen?
Waarom moet de komma daar komen?
  • Kindjes, ruim jullie speelgoed eens op.

--> Er komt een komma voor of na een aanspreking.

Slide 8 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de komma komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de komma staat.
Jens een deelnemer van Komen Eten heeft zijn gasten eindeloos laten wachten.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma (,)
Waar moet de komma komen?
Waarom moet de komma daar komen?
  • Jens, een deelnemer van Komen Eten, heeft zijn gasten eindeloos laten wachten.

--> Er komt een komma voor of na een bijstelling (= een korte verklaring bij een woord, kan je weglaten).

Slide 10 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de komma komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de komma staat.
Bob probeerde zijn fout goed te maken maar dat was niet zo eenvoudig!

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma (,)
Waar moet de komma komen?
Waarom moet de komma daar komen?
  • Bob probeerde zijn fout goed te maken, maar dat was niet zo eenvoudig!

--> Er komt een komma tussen de deelzinnen van een samengestelde zin (behalve bij 'en' en 'of'!).

Slide 12 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de komma komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de komma staat.
Spaghetti lasagne en pizza zijn mijn lievelingsgerechten.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma (,)
Waar moet de komma komen?
Waarom moet de komma daar komen?
  • Spaghetti, lasagne en pizza zijn mijn lievelingsgerechten.

--> Er komt een komma tussen de delen van een opsomming.

Slide 14 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de komma komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de komma staat.
Oeps ik ben overal hoofdletters vergeten te schrijven.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De komma (,)
Waar moet de komma komen?
Waarom moet de komma daar komen?
  • Oeps, ik ben overal hoofdletters vergeten te schrijven.

--> Er komt een komma voor of na een tussenwerpsel (dient om gevoelens te uiten of aandacht te trekken, kan je weglaten).

Slide 16 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de dubbele punt komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de dubbele punt staat.
De leerkracht vroeg “Begrijpen jullie het?”

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De dubbele punt (:)
Waar moet de dubbele punt komen?
Waarom moet de dubbele punt daar komen?
  • De leerkracht vroeg:  “Begrijpen jullie het?”

--> We schrijven een dubbele punt voor een eindaanhaling.

Slide 18 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de dubbele punt komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de dubbele punt staat.
Alle coaches draaiden hun stoel voor Janna Koen, Natalia, Alex én Bart.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De dubbele punt (:)
Waar moet de dubbele punt komen?
Waarom moet de dubbele punt daar komen?
  • Alle coaches draaiden hun stoel voor Janna:  Koen, Natalia, Alex én Bart.

--> We schrijven een dubbele punt voor een verklarende opsomming.

Slide 20 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waar moet de dubbele punt komen? Noteer het woord dat volgens jou voor de dubbele punt staat.
Lise viel bijna flauw plots stond Ariana Grande voor haar neus.

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De dubbele punt (:)
Waar moet de dubbele punt komen?
Waarom moet de dubbele punt daar komen?
  • Lise viel bijna flauw:  plots stond Ariana Grande voor haar neus.

--> We schrijven een dubbele punt voor een verklaring.

Slide 22 - Diapositive

Ze lezen niet vlot, omdat er komma's missen.
Waarom hoort er in deze zin een komma?

Wie stout was, kreeg straf van de leerkracht.
A
Omdat er voor of na een bijstelling een komma hoort.
B
Omdat er tussen gelijkwaardige woorden een komma hoort.
C
Omdat er voor of na een tussenwerpsel een komma hoort.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom hoort er in deze zin een dubbele punt?
Justin Bieber zei: “Sorry, Hailey, ik ga het goedmaken.”

A
Omdat er voor een eindaanhaling een dubbele punt hoort.
B
Omdat er voor een verklarende opsomming een dubbele punt hoort.
C
Omdat er voor een verklaring een dubbele punt hoort.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke zin zie je een voorbeeld van een bijstelling?
A
Zoë, wil je eens een liedje voor ons zingen?
B
Oei, in Florida vond een koppel een grote krokodil in hun zwembad.
C
Julia, het blonde meisje van K3, is een Nederlandse.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke zin vind je een voorbeeld van een verklaring?
A
Bij de kapper mag je je benen nooit kruisen: het zou je een scheef kapsel kunnen opleveren.
B
Als je zelf lippenbalsem wil maken, heb je de volgende ingrediënten nodig: bijenwas, cacaoboter en kokosolie.
C
Mathijs vroeg: ‘Ga je mee karten?’

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke zin vind je een voorbeeld van een tussenwerpsel?
A
Mama, mag ik een tattoo laten zetten?
B
Bah, wie eet er nu choco met kaas op zijn boterham?
C
Iedereen was aan het dansen, terwijl de Britse groep Years & Years hun grootste hits speelden.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke zin vind je een voorbeeld van een verklarende opsomming?
A
Mr. Wijnen was niet zichzelf vandaag: “Yo, leerlingen, doe allemaal effe chill.”
B
Noud is niet thuis vandaag: hij zit op een onbewoond eiland.
C
2A heeft verschillende lievelingsvakken: Nederlands, geschiedenis en natuurwetenschappen.

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions