2TH Grammatica zinsdelen: §4 Samengestelde zinnen

Welkom 8A!
Ga zitten volgens de plattegrond. Pak je leesboek, boek NN en je schrift.
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom 8A!
Ga zitten volgens de plattegrond. Pak je leesboek, boek NN en je schrift.

Slide 1 - Diapositive

Deze les...
- Stil lezen
- Vragen stellen over Grammatica §2: Herhaling klas 1
- Doelen doornemen
- Uitleg Grammatica §4: Samengestelde zinnen
- Maken Grammatica §4: Samengestelde zinnen

Slide 2 - Diapositive

Stil lezen
Pak je boek
en ga
lekker lezen.

Slide 3 - Diapositive

Grammatica §2: Herhaling klas 1
- Kun je pv, ow, wg en lv in een zin vinden?
- Welke vragen heb je nog?

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelen
- Ik kan voegwoorden herkennen.
- Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Slide 5 - Diapositive

Gramm. §4: Samengestelde zinnen
Een tekst kan bestaan uit enkelvoudige of samengestelde zinnen.
Enkelvoudig: de zin bevat één persoonsvorm.
Samengesteld: de zin bevat meerdere persoonsvormen.
Als je twee enkelvoudige zinnen aan elkaar plakt, krijg je een samengestelde zin.

>> Monica zingt mooi en Levi speelt goed gitaar.

Slide 6 - Diapositive

Gramm. §4: Samengestelde zinnen
In een samengestelde zin staat vaak een voegwoord
Dat is het woord dat de twee zinnen aan elkaar plakt.
Bijvoorbeeld: en, maar, terwijl, omdat, zodat, nadat, als,
toen, want, maar, of, dus.

Vaak staat het voegwoord tussen de zinnen, maar het
kan ook vooraan staan.

Slide 7 - Diapositive

Enkelvoudig
Mijn vader kookt het avondeten.
Mijn moeder drinkt koffie.


Lisanne heeft gedoucht.
Ze borstelt haar haar.

Het feest was afgelopen.
Iedereen ging naar huis.

Samengesteld
Mijn vader kookt het avondeten, terwijl mijn moeder koffie 
drinkt.

Nadat Lisanne heeft gedoucht, borstelt ze haar haar.

Toen het feest was afgelopen, ging iedereen naar huis.

Slide 8 - Diapositive

Wat is het voegwoord?

Omdat er regen is voorspeld, neemt Mia een paraplu mee.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het voegwoord?

Lucian koopt cadeautjes, want morgen gaat hij naar Roberts feestje.

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het voegwoord?

Meike houdt van knutselen en Ymke speelt graag met Lego.

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het voegwoord?

Als je goed je best doet, haal je hogere cijfers.

Slide 12 - Question ouverte

Ik kan voegwoorden in een zin herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Tijdens de zomervakantie is Kurt naar Spanje en Portugal geweest.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 14 - Quiz

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

De buurvrouw koopt speciaal kattenvoer, omdat Poekie maagproblemen heeft.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 15 - Quiz

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Als je ziek bent, moet je genoeg rust nemen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 16 - Quiz

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Yara bakt altijd de lekkerste koekjes, cakes en taarten.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 17 - Quiz

Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage

Aan de slag!
Maak Grammatica Zinsdelen §4: Samengestelde zinnen, 
opdr. 1 t/m 4, blz. 204-205


Slide 19 - Diapositive