Bijles 2Latijn

1 / 34
suivant
Slide 1: Vidéo
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Wat gaan we doen?
1. Persoonsvorm herhalen
2. Nominativus/accusativus herhalen
3. Vertaalstrategie
4. Oefening

Slide 2 - Diapositive

Wat is een persoonsvorm?

Slide 3 - Question ouverte

Persoonsvormen
  • Een Romein wist over welke persoon hij het had door de uitgang van een persoonsvorm.
  • Deze uitgang plak je achter de stam van een werkwoord.
  • De stam maak je door -re van het hele werkwoord af te hakken.

Slide 4 - Diapositive

Wat is de stam van...
tenere?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de stam van...
audire?

Slide 6 - Question ouverte

Wat zijn de persoonsuitgangen die achter de stam komen (tegenwoordige tijd)?

Slide 7 - Question ouverte

Welke persoon is dus...
audis
A
1e ev (ik)
B
2e ev (jij)
C
1e mv (wij)
D
2e mv (jullie)

Slide 8 - Quiz

Welke persoon is dus...
tenetis
A
1e ev (ik)
B
2e ev (jij)
C
1e mv (wij)
D
2e mv (jullie)

Slide 9 - Quiz

Welke persoon is dus...
audio
A
1e ev (ik)
B
2e ev (jij)
C
1e mv (wij)
D
2e mv (jullie)

Slide 10 - Quiz

Hoe schrijf je 'wij horen' in het Latijn?
(horen = audire)

Slide 11 - Question ouverte

Hoe schrijf je 'zij houden vast' in het Latijn?
(vasthouden = tenere)

Slide 12 - Question ouverte

Wat gaan we doen?
1. Persoonsvorm herhalen
2. Nominativus/accusativus herhalen
3. Vertaalstrategie
4. Oefening

Slide 13 - Diapositive

Wat is het nut van een naamval in het Latijn?

Slide 14 - Question ouverte

Waarvoor wordt de nominativus gebruikt?

Slide 15 - Question ouverte

Waarvoor wordt de accusativus gebruikt?

Slide 16 - Question ouverte

Naamvallen
  • De belangrijkste naamvallen in het Latijn zijn de nominativus en de accusativus
  • Deze naamvallen geven het onderwerp en het lijdend voorwerp aan

Slide 17 - Diapositive

Maak de nom. ev. van de volgende woorden: serv... - femin... - don...

Slide 18 - Question ouverte

Maak de acc. ev. van de volgende woorden: serv... - femin... - don...

Slide 19 - Question ouverte

Maak de nom. mv. van de volgende woorden af: serv... - femin... - don...

Slide 20 - Question ouverte

Maak de acc. mv. van de volgende woorden: serv... - femin... - don...

Slide 21 - Question ouverte

Nominativus en accusativus
nom. ev.   servus -   femina -     donum
acc. ev.     servum - feminam - donum
nom. mv.  servi -      feminae -   dona
acc. mv.   servos -   feminas -   dona

Slide 22 - Diapositive

Geef naamval en getal:
puellae
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 23 - Quiz

Geef naamval en getal:
deum
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 24 - Quiz

Geef naamval en getal:
pueros
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 25 - Quiz

Geef naamval en getal:
agricolam
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 26 - Quiz

Wat gaan we doen?
1. Persoonsvorm herhalen
2. Nominativus/accusativus herhalen
3. Vertaalstrategie
4. Oefening

Slide 27 - Diapositive

Zinsontleden:
  • Gisteren heb ik mijn potlood uitgeleend.
  • 1. Wat gebeurt er?
  • heb uitgeleend (gezegde, =persoonsvorm in het Latijn)
  • 2. Wie is het die heeft uitgeleend?
  • ik (onderwerp)
  • 3. Wat heb ik uitgeleend?
  • mijn potlood (lijdend voorwerp)
  • (4. Wanneer heb ik mijn potlood uitgeleend?
  • Gisteren, bijwoordelijke bepaling van tijd)

Slide 28 - Diapositive

Benoem in de volgende zin gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp:
We kregen drie weken geleden een bekeuring langs de snelweg.

Slide 29 - Question ouverte

Benoem in de volgende zin gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp:
De vriendelijke vrouw gaf mij een prachtige armband.

Slide 30 - Question ouverte

Jullie hebben de belangrijkste onderdelen van een Latijnse zin voorbij zien komen. Maak nu een stappenplan om (de kern van) een zin te vertalen.

Slide 31 - Question ouverte

Wat gaan we doen?
1. Persoonsvorm herhalen
2. Nominativus/accusativus herhalen
3. Vertaalstrategie
4. Oefening

Slide 32 - Diapositive

Oefening
Kopieer onderstaande link en plak deze in de adresbalk bovenin:
https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=6d5PNd3_h0KE-I0QjHyl-xTTxXvBKThHoqkST4VRs6VUN09MVlhWVFBFWTEyUTNZNjI0SkM5VFpKWC4u
Via deze link kom je bij een soort enquête om een tekstje te vertalen
Gebruik hiervoor de stappen die je net hebt geleerd
Let op! In deze tekst komen naast de nominativus en de accusativus nog wat andere naamvallen voor!

Slide 33 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 34 - Diapositive