Modale werkwoorden

Modale werkwoorden
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Modale werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Welke modale werkwoorden zijn er?

Slide 2 - Question ouverte

Meerkeuze
Kies de juiste vertaling van het modale werkwoord

Slide 3 - Diapositive

müssen
A
moeten (kan niet anders)
B
moeten (van iemand anders)

Slide 4 - Quiz

möchten
A
mogen
B
willen (wens)
C
kunnen
D
moeten

Slide 5 - Quiz

können
A
willen (wens)
B
moeten (kan niet anders)
C
moeten (van iemand anders)
D
kunnen

Slide 6 - Quiz

wissen
A
kunnen
B
weten
C
moeten
D
willen

Slide 7 - Quiz

dürfen
A
mogen
B
willen (wens)
C
weten
D
durven

Slide 8 - Quiz

sollen
A
moeten (kan niet anders)
B
moeten (van iemand anders)

Slide 9 - Quiz

wollen
A
kunnen
B
weten
C
moeten
D
willen

Slide 10 - Quiz

mögen
A
mogen
B
willen
C
leuk vinden
D
weten

Slide 11 - Quiz

Open vragen
Vul de juiste vorm van het werkwoord in

Slide 12 - Diapositive

(können) ich...

Slide 13 - Question ouverte

(dürfen) du...

Slide 14 - Question ouverte

(müssen) er...

Slide 15 - Question ouverte

(wissen) sie (ev)...

Slide 16 - Question ouverte

(sollen) wir...

Slide 17 - Question ouverte

(wollen) ihr...

Slide 18 - Question ouverte

(möchten) Sie...

Slide 19 - Question ouverte