Herhalen 5.4

           Wat weet je nog?
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

           Wat weet je nog?

Slide 1 - Diapositive

Van wie komt de vraag naar arbeid op de arbeidsmarkt?
A
Werkgevers
B
Werknemers

Slide 2 - Quiz

UWV
A
Het UWV kijkt of je recht hebt op een nieuwe baan.
B
Je kijkt of je recht heb op een UWV-uitkering.
C
Het UWV kijkt of je recht hebt op een WW- uitkering.
D
De UWV helpt je met het zoeken van een nieuwe baan.

Slide 3 - Quiz

Door de coronapandemie stijgt de werkloosheid. Is deze werkloosheid passend bij structurele of conjuncturele werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 4 - Quiz

Als je niet werkt, ben je nog niet werkloos. Wanneer ben je wel werkloos?
A
Je bent actief op zoek naar werk.
B
Je hebt geen baan.
C
Je bent tussen de 15 en de pensioenleeftijd.
D
Je voldoet aan alle drie voorwaarden (A+B+C)

Slide 5 - Quiz

Bij werkloosheid is
A
de vraag naar arbeid groter dan het aanbod
B
het aanbod van arbeid is groter dan de vraag

Slide 6 - Quiz

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid die in een bepaald gebied hoger is
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is

Slide 7 - Question de remorquage

wat is verborgen werkloosheid
A
Werkloosheid waarbij je je verstopt
B
Werkloosheid waarbij je niet wilt werken
C
Werkloosheid waar je wel wilt werken maar het UWV dit niet weet
D
Werkloosheid waar je geen recht op WW uitkering hebt.

Slide 8 - Quiz

Hoort iemand die verborgen werkloos is tot de beroepsbevolking?
A
JA
B
NEE

Slide 9 - Quiz

Noem twee oorzaken van structurele werkloosheid

Slide 10 - Question ouverte

Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid

Slide 11 - Question de remorquage

Van wie komt de vraag op de arbeidsmarkt?
A
Werkgevers (bedrijven)
B
Werknemers (mensen)

Slide 12 - Quiz