H5 Water

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

WATER

De waterkringloop

Het water in de zee is vloeibaar.

Door de warmte van de zon verdampt het en wordt waterdamp (gas)

1

Als in hogere luchtlagen de temperatuur daalt condenseert het water weer (vloeibaar). Er ontstaan druppels die als ze zwaar genoeg zijn naar beneden vallen (regen)

2

Als het nog kouder wordt kan de waterdamp zelfs overgaan in de vaste vorm. Het gaat sneeuwen.

3

Sneeuw zal uiteindelijk weer ontdooien (smelten) en met het regenwater via beekjes en rivieren terugstromen naar de zee.

4

Winning van drinkwater

Drinkwater is in Nederland voldoende beschikbaar. De twee belangrijkste bronnen voor de winning van drinkwater zijn:

* Oppervlaktewater

* Grondwater       

Oppervlaktewater is:

1. Water dat aan de oppervlakte drijft
2. Water dat op het oppervlak van bv. de straat ligt
3. Water van meren , rivieren en zeeën
4. Lengte X breedte van bv. een meer

Welke fase? Sleep naar het juiste vak

Vast

Vloeibaar

Gas

rijp

sneeuw

waterdamp

mist

grondwater

gletsjer

wolk

oppervlaktewater

hagel

Een glaasje water.
Welke fase is dit van water?

1. Vloeibaar
2. Gas
3. Vast

Welke 3 fases van water zijn er?

Lava is vloeibaar. Het wordt vast als het de aarde bereikt. Hoe heet dit proces?

1. Bevriezen
2. Stollen

Faseovergang

Hoe heet deze faseovergang?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

De smelttemperatuur is hetzelfde als de

1. stollingstemperatuur
2. verdampings-temperatuur
3. condensatie-temperatuur

1. Smelten
2. Verdampen
3. Condenseren
4. Stollen

Faseovergang

Hoe heet deze faseovergang?

1. smelten
2. stollen
3. verdampen
4. condenseren

hoe heet de faseovergang van gasfase naar de vloeibare fase?

1. stollen
2. rijpen
3. condenseren
4. sublimeren

Faseovergang

Faseovergangen

hoeveel graden is het op de thermometer?

1. 0 graden
2. 2 graden
3. -2 graden
4. -7 graden

Wat is het meetbereik van thermometer a

1. a= -20 tot 120 graden celsius
2. a= 20 tot -120 graden celsius
3. a= 20 tot 120 graden celsius
4. a= 120 graden celsius

Bij welk punt wordt ijs vloeibaar?