Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Recap Grammar Unit 3 1bk
Alle grammar
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Alle grammar
Slide 1 - Diapositive
Wat is de juiste vorm van het meervoud?
A
one car, two cars
B
one cat, two catts
C
one house, two hous
Slide 2 - Quiz
Meervoud (plurals)
Zelfstandig naamwoord +s
boat - boats, cat - cats
Zelfstandig naamwoord die eindigt op s, x, z, ch of sh + es
bus - buses, box - boxes
Slide 3 - Diapositive
Meervoud (plurals)
Zelfstandig naamwoorden die eindigt op y, +ies
daisy - daisies, spy - spies
Zelfstandig naamwoorden die hetzelfde blijven
sheep - sheep, deer - deer
Slide 4 - Diapositive
Meervoud (plurals)
Zelfstandig naamwoorden die veranderen
woman - women, tooth - teeth, mouse - mice
Slide 5 - Diapositive
Wat is het meervoud van:
city
A
citys
B
cities
C
city's
Slide 6 - Quiz
Wat is het meervoud van:
Mouse
Slide 7 - Question ouverte
Wat is de juiste vorm van het meervoud
A
woman - women
B
sheep - sheeps
C
fish - fishes
D
tooth - teeth
Slide 8 - Quiz
Wat is het meervoud van:
Deer
Slide 9 - Question ouverte
Wanneer gebruik je:
This
A
Bij 1 persoon of iets wat dichtbij is
B
Bij meerdere personen of dingen die verder weg zijn
C
Bij 1 persoon of als iets verder weg is
D
Bij meerdere personen of dingen die dichtbij zijn
Slide 10 - Quiz
This, that, these, and those
This = 1 persoon of ding dichtbij
That = 1 persoon of ding verder weg
These = meerdere personen
of dingen dichtbij
Those = meerdere personen
of dingen verder weg
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Wat gebruik je bij de vorige slide?
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Diapositive
Wat gebruik je bij de vorige slide?
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Diapositive
Wat gebruik je bij de vorige slide?
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Wat gebruik je bij de vorige slide?
A
this
B
that
C
these
D
those
Slide 19 - Quiz
Welke zin is in de Present Simple geschreven?
A
I am walking to the supermarket
B
I walk in the park everyday.
C
She walk with her dog.
Slide 20 - Quiz
Present Simple
I/You/We/They + Werkwoord
I bake a cake.
She/He/it + Werkwoord + S
Sarah does her homework.
Slide 21 - Diapositive
Present Simple
Eindigt op een -o + es do; does
Eindigt op een -ch + es watch; watches
Eindigt op een -y --> - ies fly; flies
Slide 22 - Diapositive
Welke zin is in de Present Simple geschreven?
A
She loves to bake every weekend.
B
He eat pizza every Friday night.
C
My mum is sleeping on the sofa.
Slide 23 - Quiz
Maak een zin in de Present Simple met het woord: love
Slide 24 - Question ouverte
Maak een zin in de Present Simple met het woord: cry
Slide 25 - Question ouverte
Present Simple, vragend
Do you? >> Do you play piano?
Do we? >> Do we tell the teacher?
Do they? >> Do they know the answer?
Does he/she/it? >> Does he play guitar?
Slide 26 - Diapositive
Welke vraag is goed geschreven?
A
Do she play piano?
B
Does you play football?
C
Does he sing in the shower?
Slide 27 - Quiz
Welke vraag is goed geschreven?
A
Does we talk with our friends?
B
Do you sing in a choir?
C
Do it play in the rain?
Slide 28 - Quiz
Maak een vraagzin
Gebruik het woord: play
Slide 29 - Question ouverte
Maak een vraagzin
Gebruik het woord: love
Slide 30 - Question ouverte
Nog één keer herhalen
Slide 31 - Diapositive
Welke vraag is goed geschreven?
A
Does she like to sing?
B
Do you bake often?
C
Does he like his friend?
Slide 32 - Quiz
Maak een zin in de Present Simple met het woord: do
Slide 33 - Question ouverte
Wanneer gebruik je:
Those
A
Bij 1 persoon of iets wat dichtbij is
B
Bij meerdere personen of dingen die verder weg zijn
C
Bij 1 persoon of als iets verder weg is
D
Bij meerdere personen of dingen die dichtbij zijn
Slide 34 - Quiz
Wat is het meervoud van:
Man
Slide 35 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Alle grammar
March 2025
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Unit 1 HM 1 D/E
November 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
have got + plural
September 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Periode 4-Week 4
June 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 1
3B Plural
March 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
P2 LJ1 W6 Grammar practice
December 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 1
Periode 4-Week 3
May 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 1
Periode 4-Week 3
May 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Engels
MBO
Studiejaar 1