Havo 3 Chapitre 2 BC

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programme

Parler: ton temps libre

- Ta série préférée

- Ton sport préférée

Quiz

Apprendre le français

Frans leren met Netflix en popcorn ;-)

Quelle est ta série préférée?

Je kunt vertellen over je vrije tijd

Phrases-clés p. 66

1. Wat doe je in het weekend?

2. En daarna?

3. Wat doe je nog meer?

4. Wat is je lievelingsserie?

Je kunt vertellen wat je leuk vindt om te doen en wat niet, waarom, met wie en wanneer

j' aime.... parce que

j'aime faire

je n'aime pas....  parce que

je n'aime pas faire

Quand? Avec qui?

Pourquoi?  parce que

Le verbe 'Faire'

Wat betekent faire?

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  doet/maakt

B. zij doen/maken

C.  jullie doen/maken

D.  ik doe/maak

E. jij doet/maakt

F. wij doen/maken

1.  Nous faisons

2.  tu  fais

3.  ils  font

4.  vous faites

5.  je fais

6.  elle  fait

Font

Faites

Fais

Fait

Faisons

Fais

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles