oefenen met examenteksten

Oefenen met examenteksten
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Oefenen met examenteksten

Slide 1 - Diapositive

Wat kwam erbij de vorige les?
  • Tekst doelen
  • Tekstsoorten
  • Leesstrategieën
  • Beeld en opmaak 
  • Feiten en meningen
  • Indeling van een tekst
  • Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Diapositive

Welke tekstverbanden en/ of
signaalwoorden ken jij al/ nog?

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

 Opdracht 3

Slide 11 - Diapositive


 Welk signaalwoord dat   
  eindigt op een S hoort op 
  het laatste stippellijntje?

Slide 12 - Question ouverte


  Op welk tekstverband wijst
  het signaalwoord dus?
timer
0:30
A
opsomming
B
oorzaak-gevolg
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 13 - Quiz

 Opdracht 4

Slide 14 - Diapositive

timer
1:30
Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 15 - Question de remorquage

timer
0:30
Tekstverband = uitleg/ voorbeeldgevend
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 16 - Question de remorquage

 Opdracht 5

Slide 17 - Diapositive


 Welk signaalwoord dat wijst o
 het tekstverband oorzaak-gevolg 
 staat in zowel zin 4 als 7?
timer
0:40

Slide 18 - Question ouverte


“Wanneer het volle maan is  
 en de maan het  dichtst bij  
 de aarde staat ...” Van welk  
 tekstverband is hier sprake? 
timer
0:30
A
volgorde in tijd
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming

Slide 19 - Quiz

Tekst 2 eindexamen BB 2019

Slide 20 - Diapositive

Op welke 2 manieren wordt de tekst ingeleid?
De schrijver...
A
geeft vooraf een belangrijke conclusie over het onderwerp van de tekst.
B
geeft zijn eigen mening over het onderwerp weer.
C
introduceert een voor de tekst belangrijke persoon.
D
stelt een voor de tekst belangrijke vraag.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive